Omgevingswet in praktijk 2Deventer pluist dna van de stad uit
Havenkwartier in Deventer
Onder de Omgevingswet zijn straks vele beleidsterreinen door elkaar gehusseld. Alle bestemmingsplannen, verordeningen en andere regelingen voor de fysieke leefomgeving komen samen in het omgevingsplan. Zo’n 35 gemeenten lopen hierop vooruit. Onder hen Deventer en Breda die beide een omgevingsvisie voor de gehele gemeente uitwerken.
Expeditie Deventer, zo heeft de gemeente de ontdekkingstocht naar de mogelijkheden van de Omgevingswet genoemd. Onlangs is de eerste etappe, de ‘denklijn’ voor de omgevingsvisie en uitwerkingen voor twee deelgebieden, aan de raad gepresenteerd. De raad is positief afwachtend, maar heeft nog geen goed beeld van de impact van de nieuwe wet. Een van de raadsleden, vertelt Jorien Kranendijk, procesleider participatie Omgevingsvisie en adviseur ruimtelijk erfgoed bij de gemeente, ‘omschreef het alsof hij in een bootje op de oceaan dobbert en nog geen land in zicht heeft’.
In de kern, zegt Jorien Kranendijk, draait het straks meer om het proces en minder om de regels. Het gaat om hoe te reageren op een initiatief uit de stad en hoe te handelen. En die grondhouding van de gemeente is vooral betrokken en uitnodigend, vult Jan Nakken, adviseur stedenbouw en lid van het kernteam van de gemeente Deventer dat aan de Omgevingsvisie werkt, aan.
Deventer heeft aardig wat ervaring met flexibele en ruimvallende regels. Onder de titel Uitnodigingsplanologie experimenteert Deventer al enkele jaren met stadsontwikkeling die niet uitgaat van blauwdrukken, maar met een open structuurvisie in grote lijnen schetst welke ontwikkelingen de gemeente per deelgebied wenst, met de bijbehorende speelruimte. Elk goed en passend idee wordt verwelkomd, ook als het plan niet direct strookt met het bestemmingsplan. De ontwikkeling van het Havenkwartier van oude industriezone tot broeiplaats is een mooi voorbeeld van deze aanpak.
Handelen
‘Het allerbelangrijkste is dat we af stappen van het denken in eindbeelden. Dat is voor ruimtelijke mensen moeilijk. Maar het gaat in de nieuwe omgevingsvisie vooral om het handelingsperspectief’, zegt Nakken.
Om de omgevingsvisie handen en voeten te geven, hebben Nakken en zijn collega’s drie ambities voor het handelen geformuleerd en hieraan inhoudelijke thema’s gekoppeld. Het zijn: verzilveren van het bestaande; slim verbinden; toekomstbestendig handelen. Voor twee deelgebieden (wijk Voorstad en het dorp Schalkhaar) hebben zij deze drieslag uitgewerkt.
Reuring
In de 19e en 20e eeuwse ring om de binnenstad, de Voorstad, heerst vanouds een gemengd woonmilieu. Deventer wil die stedelijkheid een extra impuls geven door de menging van functies (werken, wonen en recreëren) verder te stimuleren. ‘We denken zo’, zegt Nakken, ‘een sterk concurrerend vestigingsmilieu in de regio te kunnen bieden. Het versterken van stedelijkheid in de Voorstad is zo’n inhoudelijk thema dat de speelruimte in functionele zin bepaalt. Hier zou je dus een iets hoger geluidsniveau kunnen tolereren ten gunste van de gewenste reuring. Als een staalkaart, beschrijven we de stad op deze manier per deelgebied. Zo kunnen wij snel een nieuw initiatief toetsen en weet ook de burger waar hij rekening mee moet houden.’
Ook voor de cultuurhistorische waarden gelden afwegingen. ‘Cultuurhistorie is erg belangrijk voor Deventer’, zegt Nakken. ‘De historische gelaagdheid zie je overal. Als je vernieuwt moet je met respect een nieuwe laag aan het bestaande toevoegen. En tegelijk is de toekomstbestendigheid een afweging.
Oude balklaag
Het voorbeeld komt van Jorien Kranendijk. Na langdurige leegstand diende zich eindelijk een nieuwe eigenaar aan voor de Drie Haringen, een van de oudste gebouwen van Deventer, een rijksmonument ook. Ten behoeve van de exploitatie wide hij een vide maken, waarvoor de historische balklagen moesten worden doorgezaagd. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ging akkoord, maar de commissie welstand en monumenten oordeelde negatief. Een lastig parket voor het gemeentebestuur. En dan gaat het hier nog maar om één discipline. Bij de Omgevingswet komen straks in de integrale afweging alle disciplines samen. Misschien, zegt Kranendijk, moet om straks zo’n afweging zuiver te kunnen maken, er een adviescommissie fysieke leefomgeving komen, waar alle commissies inclusief de monumenten/welstand in opgaan, met de opdracht de ‘meerwaarde’ in gezamenlijkheid te bepalen.
Oefenen
Om de impact van de Omgevingswet bij alle partijen bespreekbaar te maken, organiseert Kranendijk met haar collega’s werksessies voor ambtenaren, voor de raad, voor het college en ook voor belanghebbende partijen, zoals erfgoedorganisaties. Er is nog wel wat zendingswerk te doen. Ambtenaren reageren nog erg vanuit regels, blijkt de eerste reactie op een fictieve casus die Kranendijk hen voorlegt. Een ondernemer wil een foodhal op de Brink in het centrum van Deventer beginnen. Wel dertig belemmeringen werden er op gesomd, niemand zei: wat een leuk concept. Na uitleg over de Omgevingswet, waren de reacties een stuk uitnodigender: we gaan het gesprek aan met deze initiatiefnemer.
Ingewikkelde puzzels
Het zijn ook ingewikkelde puzzels. Voor de ambtenaren, voor het college en voor de raad. 'De raad heeft straks veel minder regie, want passende plannen zijn niet meer vergunningplichtig. De burgers moeten het onderling uitvinden. Wij als overheid moeten bepalen wanneer we zaken vrij laten. Daarom wordt in Deventer het ‘dna’ van de stad omschreven als ijkpunt van wat wel en niet in een gebied is toegestaan. Maar', zegt Kranendijk, je moet ook vertrouwen geven. Het is lastig te voorspellen hoe eigenaren omgaan met de waarde van hun onroerend goed'.
Interpretatie
Maatwerk en precedentwerking, dat is helemaal een ding, zegt Kranendijk. ‘Maatwerk zorgt per definitie voor rechtsongelijkheid. Dat is een lastig punt in Nederland, waar geldt dat wat de een mag de ander ook is toegestaan. Maar de Omgevingswet vertrekt vanuit de gedachte dat elke situatie per definitie anders is. De bandbreedte is verruimd en wat wel of niet mag, hangt af van argumentatie. Voor een deel zijn dat harde argumenten, maar het gaat ook om interpretatie en afweging.
Juridisch is er nog veel uit te zoeken, zegt ook Jan Nakken. Voor het deelgebied Schalkhaar zijn de juristen net begonnen met uitpluizen. In de omgevingsvisie wordt gewerkt met grijze overgangen. Juristen houden daar niet van. Zij willen weten waar de grenzen liggen. Waar begint het een, en houdt het ander op.
Marijke Bovens | december 2016
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:
http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief
Nieuwe Publicaties
Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl of 020 412 49 64
-
Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw
Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw.
-
Duurzame Stadsgezichten
De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?
-
Davos Kwaliteitssysteem
8 criteria voor goede omgevingskwaliteit. De Verklaring van Davos is in 2021 uitgebreid met een Kwaliteitssysteem. Nu in Nederlandse vertaling!