Persberichten

Lees hier de oudere persberichten van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en haar rechtsvoorganger, de Federatie Welstand.

Kanttekeningen bij de 'kan-bepaling'

PERSBERICHT Federatie Welstand, AMSTERDAM 27-11-2012

De 'kan-bepaling', die ervoor zorgt dat de welstandscommissie in de toekomst facultatief wordt - voor een welstandsoordeel hoeft de gemeente straks niet meer per se de welstandscommissie te raadplegen: b&w mogen hun welstandsoordeel ook zonder advies bepalen - heeft een aantal grote voordelen. Kleine plannen, waarvoor ondubbelzinnige criteria bestaan, kunnen straks ambtelijk afgedaan worden zonder de ingewikkelde constructies die nu nog worden toegepast om ambtelijke advisering mogelijk te maken.

Maar de kan-bepaling heeft ook risicovolle kanten, die een gemeente zich ter dege bewust moet zijn voordat er al te gretig van de nieuwe mogelijkheid gebruik gemaakt wordt.

De Federatie Welstand adviseert gemeenten om een onderscheid aan te brengen tussen plannen waarbij een welstandstoets mogelijk is en plannen waarvoor een welstandsadvies gewenst is. Een ambtelijke welstandstoets is goed mogelijk voor plannen die op grond van heldere, ondubbelzinnige criteria beoordeeld kunnen worden, en waarbij het oordeel ondubbelzinnig 'ja' of 'nee' luidt. Een welstandsadvies is nodig voor meer complexe plannen, waarvoor een interpretatie nodig is bij de vraag of het plan wel voldoet aan de meer relatieve welstandscriteria. Voor zo'n advies is het oordeel van de speciaal daartoe door de gemeenteraad ingestelde welstandscommissie op zijn plaats.

De Federatie heeft een notitie met kanttekeningen opgesteld ten behoeve van de politieke behandeling van de kan-bepaling. De Tweede Kamer zou daarover spreken op 21 november jongstleden. Die bespreking is echter 'tot nader order' uitgesteld. Daarmee is het twijfelachtig geworden of de kan-bepaling nog wel in januari ingevoerd kan worden.

Lees de notitie met kanttekeningen hier.

De Vereniging BWT en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit hebben een handreiking voor het gebruik van de kan-bepaling opgesteld. Lees hier meer over deze handreiking.


Niet meer alle bouwplannen naar de welstandscommissie

PERSBERICHT Federatie Welstand, AMSTERDAM 23-10-2012

Kabinet publiceert concept-'KAN-bepaling'

Vanaf medio januari 2013 hoeft niet meer elk bouwplan voorgelegd te worden aan de gemeentelijke welstandscommissie. Nu is dat nog wettelijk verplicht, straks 'kan' een gemeentebestuur besluiten om het plan aan de commissie voor te leggen. Als dat niet gebeurt, dan toetsen niet de onafhankelijke commissieleden, maar de eigen gemeentelijke ambtenaren of het bouwplan voldoet aan 'redelijke eisen van welstand'. Het is overigens wettelijk niet toegestaan om een andere partij om een welstandsadvies te vragen dan de door de gemeenteraad benoemde welstandscommissie of stadsbopuwmeester.

Hoewel de welstandstoets dus gewoon blijft bestaan, meent het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), dat voor dit onderwerp verantwoordelijkheid draagt, dat de 'kan-bepaling' een jaarlijkse besparing oplevert voor bedrijven van 2,6 miljoen euro en voor burgers van 1,3 miljoen euro.

Het kabinetsvoorstel is voor commentaar naar de Tweede en Eerste Kamer gezonden. Zij hebben vier weken de tijd om te reageren. Daarna wordt het voorstel naar de Raad van State gezonden om advies. Het besluit wordt van kracht op de dag nadat het in het Staatsblad wordt gepubliceerd. Dat gebeurt naar verwachting halverwege januari 2013.

De Federatie Welstand en de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland hebben een Handreiking opgesteld, waarin wordt benadrukt dat een gemeente expliciete keuzes moet maken over de toepassing van deze kan-bepaling, om niet beschuldigd te worden van willekeur en onbehoorlijk bestuur. De handreiking kwam tot stand met medewerking van de VNG en het ministerie van BZK.

Deze handreiking verschijnt binnen enkele weken.

Het ontwerpbesluit vindt u hier. Het betreft de wijziging van het Besluit Omgevingsrecht, dat is artikel II van het onder deze link genoemde besluit.

Bijeenkomst Cultuurhistorie en Welstand

PERSBERICHT Federatie Welstand, AMSTERDAM 11-06-2012

De Federatie Welstand organiseert samen met de ARK Haarlem en de stadsbouwmeester van Haarlem, Max van Aerschot, een informatie- en discussiebijeenkomst over integratie van welstandszorg en monumentenzorg. Op de bijeenkomst wordt u bijgepraat over de manier waarop Haarlem in zijn beleidsnota Ruimtelijke Kwaliteit aan de hand van Tien Gouden Regels geprobeerd heeft cultuurhistorie, welstand, stedenbouw en landschap te integreren en zo een kader te scheppen voor het werk van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Het Haarlemse beleid wordt toegelicht door Ir Sarah Ros (projectmanager ruimtelijke ontwikkeling).


De bijeenkomst vindt plaats op dinsdag 19 juni
Van 10.00 tot 13.00 uur
Adres: ABC Architectuurcentrum Haarlem
Groot Heiligland 47
2011 EP Haarlem

De capaciteit van de zaal is beperkt tot 60 mensen. De eerste 60 aanmeldingen kunnen dus worden gehonoreerd.
U kunt zich voor 14 juni aan- of afmelden bij Gerda ten Cate, gtc@fw.nl

Cultuurhistorie en Welstand

Op tal van plaatsen zijn monumentencommissies en welstandscommissies geïntegreerd in een commissie ruimtelijke kwaliteit. De commissies kunnen echter niet geheel geïntegreerd raken omdat ze gebaseerd zijn op twee verschillende wetten en omdat de afwegingscriteria niet gelijksoortig zijn. Bij de verbouwing van een monument zal altijd beoordeeld moeten worden of er geen strijdigheid is met de welstandscriteria en tevens of de monumentale waarden niet op een onacceptabele manier worden aangetast. Niet altijd hoeft het welstandsoordeel gelijk te zijn aan het monumentenoordeel – de kunst is om in een dergelijk spanningsveld toch tot integratie te komen en tot één advies (gebaseerd op een heldere afweging van de zwaarst wegende belangen) aan het college.

Een belangrijk vraagstuk hierbij is de (vermeende) subjectiviteit. Sinds 2004 werken welstandscommissies met kenbare welstandscriteria en een welstandsnota. Een dergelijk document ontbreekt in de meeste gemeenten voor de monumenten. De waardestelling is bij de beoordeling van een monumentenplan vaak het enige – dikwijls gebrekkige – houvast.
In de discussies over de modernisering van de monumentenzorg is een verschuiving zichtbaar, waarin naast de wettelijke monumentenbescherming ook het culturele erfgoed dat geen ‘status’ heeft een respectvolle behandeling verdiend. En dat geldt niet alleen voor gebouwde objecten, maar ook voor structuren en ensembles. De jonge verplichting om cultuurhistorische waarden beargumenteerd op te nemen in het bestemmingsplan is daarvan een uiting.
Ook in de welstandsadvisering is sprake van modernisering. Veel adviescommissies ruimtelijke kwaliteit krijgen bestemmingsplannen en stedenbouwkundige visies ter advisering voorgelegd en op rijksniveau is het streven nadrukkelijk om de welstandscriteria op te nemen in het bestemmingsplan. Het zijn allemaal bewegingen naar een integratie van afzonderlijke beleidsvelden tot het overkoepelende veld ‘ruimtelijke kwaliteit’, waarin cultuurhistorie, welstand, stedenbouw, landschap en openbare ruimte elkaar ontmoeten.

Die integratieslag komt niet vanzelf tot stand. Veel commissies hebben behoefte aan voorbeelden van integraal ruimtelijk kwaliteitsbeleid en van integraal werkende commissies.
In dit verband wordt herhaaldelijk de schijnwerper gericht op de gemeente Haarlem. Daar is een Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) actief, die werkt met een zeer recent door de gemeenteraad vastgestelde Nota Ruimtelijke Kwaliteit.

Het Haarlemse beleid is gebaseerd op Tien Gouden Regels, die in hun hiërarchie bepalend zijn voor de beoordeling van ruimtelijke initiatieven in de stad. Ze gelden dan ook als richtlijn voor de ARK in Haarlem.


Tien Gouden Regels (bron: Nota Ruimtelijke Kwaliteit Haarlem)

De Visie op Ruimtelijke Kwaliteit kan niet anders dan zich richten op hoofdlijnen en op de samenhang tussen de bebouwde en de onbebouwde ruimte. Hiervoor zijn tien gouden regels geformuleerd. De gouden regels zijn geen oplossingen of ontwerpprincipes. Het gaat om de uitgangspunten van de manier waarop de stad omgaat met de kwaliteit van de ruimte en welke prioriteiten worden gelegd. De gouden regels zijn algemeen en gericht op het versterken van de samenhang, zowel in de ruimte (ruimtelijke kwaliteit), als in de transformatieprocessen (helder en complementair beleid).

1 Kiezen voor toekomstbestendigheid
Haarlem legt de prioriteit bij toekomstbestendigheid: het zorgen voor een kwaliteit die bestand is tegen de tand des tijds. Duurzame verstedelijking in relatie tot ruimtelijke kwaliteit gaat om het denken op de lange termijn en de koppeling en samenhang van deelbelangen (water, infrastructuur, energie, landschap etc.).

2 Synergie tussen toekomst-, gebruiks- en belevingswaarde staat centraal
In de planvorming zal de beleving van de stad door haar bewoners net zo’n belangrijke rol innemen als de gebruikswaarde (de functionaliteit) en de toekomstwaarde (de duurzaamheid). De stad wordt niet ervaren in haar sectorale onderdelen, maar als een samenhangend geheel. Daarbij gaat het om zowel ruimtelijke inrichting, sociale veiligheid en goed beheer. Bij elk ruimtelijk initiatief in de stad staat de vraag centraal hoe de mensen dit zullen ervaren.

3 De bestaande kwaliteit is het vertrekpunt
Prioriteit ligt in Haarlem bij het vasthouden aan bestaande kwaliteit. Want elk ruimtelijk initiatief in Haarlem is automatisch een herstructureringsopgave, omdat deze ingrijpt in de bestaande stad. Als dit niet kan of op een plek toch ongewenst is, moet het bouwinitiatief nieuwe kwaliteit aan de stad toevoegen.

4 Gebouwen en buitenruimten vormen samen de stad
Ruimtelijke kwaliteit wordt bepaald door de samenhang tussen de inrichting van de straat, de gebouwen (gevels) en het daklandschap. Dit wordt ervaren als één geheel. Prioriteit wordt gegeven aan het goed vormgeven van de samenhang tussen openbare ruimte en privé gebied, en op de relatie van een bouwinitiatief met het stedelijke ensemble.

5 De lange lijnen maken de stad herkenbaar
Prioriteit ligt bij het zorgvuldig omgaan met structurerende lange lijnen (Spaarne, oude routes, groen, zichtlijnen, verbindingen). Deze zorgen, samen met de beschermde stadsgezichten, voor de samenhang en de herkenbaarheid van Haarlem

6 Beeldbepalende plekken bepalen de identiteit van de stad
Haarlem geeft prioriteit aan versterking van haar identiteit en de differentiatie van woongebieden. Dit betekent dat zorgvuldig moet worden omgegaan met beeldbepalende plekken, bijzondere gebouwen en gebiedsspecifieke elementen (zoals pleinen, parken en waterstructuren).

7 Gedeelde weelde en gedeelde verantwoordelijkheid
Versterk de identiteit van Haarlem door te zorgen voor een meerwaarde-effect van private en publieke initiatieven en investeringen.

8 De gebiedstypologie moet meegenomen worden in afwegingen
Vragen en opgaven moeten in hun onderlinge samenhang worden opgepakt op een manier waarbij de gebiedsidentiteit en gebiedskenmerken centraal staan. Dit zorgt voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en maakt afwegingsprocessen en consequenties transparant.

9 De gemeente volgt haar uitgezette koers
Beleidsdocumenten moeten complementair zijn en transparant. Dat betekent dat er een samenhangend verhaal en een koers voor de stad bestaat en dat die wordt gevolgd. Consistentie wekt vertrouwen en zorgt voor een duurzamere inrichting van de stad.

10 Durf te kiezen en doe dat vooraf
Maak bij conflicterende belangen of ruimteclaims een heldere keuze vooraf door in de beginfase al prioriteiten te stellen.

Nieuws

  • Dag van de Ontwerpkracht

    Save the Date: de 3e Dag van de Ontwerpkracht vindt plaats op 4 juli te Tilburg

    lees artikel

  • Onze Plek - gesprekken over de omgeving

    We gaan luisteren naar ideeën van burgers voor de toekomst van hun plek. Zestien ontwerpers gaan met ze in gesprek.

     

    lees artikel

  • Architectonisch kader ruimtelijke kwaliteit

    Hoe kan standaardisatie en industrialisatie in de woningbouw bijdragen aan goede architectuur?

    lees artikel

  • Ruimtelijke kwaliteit bij fabrieksmatige bouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen. Een project van FRK en CRa.

    lees artikel

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit