Post 65: nog geen lijstjes, wel een helder standpunt


Circus Zandvoort (1991), postmodern ontwerp van Sjoerd Soeters. (Foto: Mollink Soeters PPHP)


Geen lijstjes, zelfs geen top 10 van gebouwde iconen uit de jaren 1965-1990, staan er in de verkenning Post 65. Maar wel duidelijke standpunten: ‘We zetten in op die gebouwen die de actuele opgaven als woningbouw, energie- en klimaattransitie kunnen ondersteunen. En we gunnen een grote stem aan de burgers’, zegt projectleider Anita Blom van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed.
 

Er is momentum voor de periode Post 65. Lang zijn de modernistische kantoren en de bloemkoolwijken uit de jaren ‘70 verguisd, maar er is een kentering gaande. Een voorhoede van architecten en erfgoedzorgers gaat een beetje houden van de betonnen bakbeesten en doolhoven met dakkapellen. Deels uit nostalgie, want vele ontwerpprofessionals zijn er opgegroeid, maar ook uit waardering en uit praktische zin, want de wijken en gebouwen bieden aangrijpingspunten voor actuele kwesties.  

‘Ik ben ermee opgegroeid’, zegt Anita Blom. ‘Mijn vader was maquettebouwer voor de gemeente Amsterdam en later voor de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Als kind heb ik nog boompjes gevouwen voor de Bijlmermeer – de maquette dan’.  

Op tijd
Blom is projectleider van de Verkenning Post 65, een werkgroep bestaande uit een brede selectie van medewerkers van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. In opdracht van het ministerie van OCW heeft de werkgroep de periode 1965 tot 1990 onderzocht. ‘Op tijd’, zegt Blom. ‘Er is gelukkig nog weinig gesloopt, met de nadruk op nog, want gebouwen en groen komen op leeftijd. Alleen de omgevingskunst, zo tekenend voor deze decennia, heeft het al echt zwaar. Deze kunstwerken zijn kwetsbaar, omdat beheerders en ambtenaren ze niet als kunst herkennen. Verwaarlozing en zelfs vernietiging zijn een reële bedreiging.’  

Blom: ‘Er is nog weinig systematische kennis over de erfgoedwaarden van deze periode, terwijl de grootschalige transities die voor de deur staan dit erfgoed zullen raken. Bedenk alleen al dat 25 procent van de huidige woningvoorraad in deze decennia is gebouwd. Daar ligt energetisch nog wel een opgave. Een derde momentum is de Omgevingswet. De Nationale Omgevingsvisie benoemt cultureel erfgoed als nationaal belang. Dan moet het natuurlijk wel geïdentificeerd zijn.’  

Afbakening 65-90
Het begin van de onderzoeksperiode is 1965 – het einde van de Wederopbouw. De keus voor 1990 als eind is ingegeven door de duidelijke cesuur rondom dat decennium, met de Vierde Nota RO en de Vinex – en de bekende wijken – de eerste Architectuurnota, een flinke decentralisatie vanuit het rijk (o.a. Monumentenwet 1988). Ook waren er politiek en maatschappelijk belangrijke omwentelingen, denk aan de val van de Berlijnse muur, het eind van het ideologische en begin van het neoliberale tijdperk.   

Grofweg valt de architectuur van deze periode in drie perioden uiteen. De jaren ‘60 zijn de jaren van de groei, van het grootschalig modernisme. In de jaren ‘70 keerde de menselijke maat terug in de nieuwe typologie van bloemkoolwijken en woonerven. De groeisteden en -kernen vingen de overloop op vanuit de grote steden. De jaren ‘80 worden vooral gekenmerkt door stads- en dorpsvernieuwing, de inspraak en het ‘Bouwen voor de buurt’. Maar ook door een zeker individualisme in de architectuur. Op de eerste Biënnale Jonge Architecten in 1983 diende een nieuwe generatie zich aan met een eigen herkenbare stijl: Jo Coenen, Sjoerd Soeters. Koen van Velsen om er een paar te noemen.  


Kasbah Hengelo (1973) van architect Piet Blom, icoon van experimentele woningbouw (Foto: beeldbank RCE)

Daarnaast zijn er de typische gebouwen en ontwikkelingen in die decennia: de groei van de recreatieterreinen, de cultuurspreiding die elke gemeente van een eigen theater of ‘kultureel sentrum’ voorzag, de enorme opkomst van het hoger onderwijs en bijbehorende gebouwen, inclusief de eerste studentenflats, de meubelboulevards en andere weidewinkels, de groei van de decentrale overheden met de bijbehorende nieuwe stad- en provinciehuizen.  

Eigentijdse betekenis
Natuurlijk zijn er de onmiskenbare iconen, zoals de Kasbah van Piet Blom in Hengelo of het postmoderne Circus Zandvoort van Sjoerd Soeters, maar’, zegt Anita Blom, ‘we hebben expres geen lijstjes gemaakt. Deels omdat er nog geen goed overzicht is van de periode. Maar ook omdat lijstjes een eigen leven gaan leiden. Ik verwacht dat we gaan uitkomen op een beperkte hoeveelheid monumenten, want de rol van het rijk op gebied van bescherming is de afgelopen jaren beperkt geweest.  

Het aantal gebouwen en complexen uit de Wederopbouwperiode ('45-'65) dat is aangewezen als rijkmonument is uiteindelijk een kleine 200 geworden. Vergeleken met de ruim 11.000 uit de voorgaande periode 1850-1940 is dat een gering aantal, terwijl de bouwproductie hoger lag. Die ervaring heeft mede onze inzet voor Post 65 bepaald. We kiezen voluit voor draagvlak onder experts en voor het betrekken van burgers. Daarom hebben we als onderdeel van het onderzoek een enquête gehouden onder duizend ‘gewone’ burgers. Opvallend was dat zij monumenten vooral waarderen om hun eigentijdse betekenis. Neem Paradiso. Iedereen beschouwt het gebouw als belangrijk, maar de waarde is verknoopt met de huidige functie van poptempel niet met de historische als kerk.’  

Trots op groeistad
‘Een belangrijk criterium bij een cultuurhistorische waardering van gebouwen, ensembles en gebieden is volgens ons nu ook in hoeverre zij kunnen bijdragen aan oplossingen voor actuele kwesties als de woningnood en de energie- en klimaatcrisis.  Erfgoed is een middel, en niet zo zeer een doel.’ Een mooi voorbeeld is de wijk Mosterdhof in de gemeente Westervoort. Dit is een van de 64 wijken die in de jaren 1968-1985 onderdeel uitmaakten van het programma Experimentele Woningbouw – in reactie op de grootschalige en monotone woonwijken uit de jaren ‘50 en ‘60, kwam er geld en ruimte om in overleg met (toekomstige) bewoners te ontwerpen.

De Mosterdhof is een groene wijk, met een mix van eengezinswoningen en seniorenwoningen (252 in totaal). Blom: ‘Wij hebben de wijk getipt als interessante kandidaat voor de prijsvraag Panorama Lokaal die Rijksbouwmeester Floris Alkemade heeft uitgeschreven. De gemeente stond al in de startblokken om samen met bewoners, waterschap en corporatie de wijk een nieuw elan te geven. Nu kan de wijk in de geest van het ontstaan een tweede maal bijdragen aan goede huisvesting.’  

‘Ook de groeisteden en -kernen staan voor een nieuwe woningbouwopgave, die goed vormgegeven kan worden, voortbordurend op hun karakter. De enorme bouwopgave was tenslotte hét kenmerk van de groeikern.  De meeste inwoners van Zoetermeer, Almere en Purmerend zien hun geschiedenis niet als erfgoed. Samen met het International New Town Institute en de gemeenten hebben we een kenniskring voor groeisteden georganiseerd om een zekere trots op hun erfgoed te voeden en daarmee ook de betrokkenheid te vergroten.

Universiteiten
Met 13 deelonderzoeken en kleinere studies is nu een brede basis gelegd. Minister Van Engelshoven van OCW heeft de Verkenning Post 65 aan de Tweede Kamer gestuurd, die zich er in februari of maart over zal buigen. Met vele partijen is contact om de waardering en mogelijke selectie van het erfgoed (verder) te omlijnen, onder andere met de Federatie Grote Monumentengemeenten, met de projectgroep Post 65 van de Bond Heemschut, met het kennisnetwerk Groeikernen.    

Maar niet alle partijen zijn al aangeschoven. 
Blom: ‘Wij missen nog wel betrokkenheid van enkele belangrijke: de universiteiten en de woningbouwcorporaties. Aan het begin van ons onderzoek hebben we direct een inventarisatie gemaakt van wetenschappelijk onderzoek naar de periode 65-90. Het resultaat was 0. Niets. Daar zijn we wel achteraangegaan – zo hebben we de afgelopen jaren al zo’n tien stagiaires gehad. Maar universiteiten hebben veel tijd nodig om hun curriculum aan te passen en zij denken nog te weinig vanuit de actuele opgaven. Ook de woningcorporaties willen we betrekken, zij zijn eigenaar van vele woningen uit de periode 65-90. Maar zij hebben het financieel moeilijk, mede vanwege de door het Rijk opgelegde verhuurdersheffing.’ ‘Misschien’, zegt Blom ter afsluiting, ‘is het wel tijd om in de geest van met name het erfgoed uit de jaren ’70 en ’80 nieuwe vormen van collectiviteit op te richten. Nieuwe corporaties, die dichter rondom burgers zijn georganiseerd, meer als verenigingen of commons.’ 

Provinciehuis Noord-Brabant ging recentelijk schuil achter tractors van protesterende boeren. Het provinciehuis is een ontwerp van Hugh Maaskant uit 1971. (Foto: Provincie Noord-Brabant)   


‘Rapportage Verkenning Post 65. Nieuwe perspectieven tussen welvaart en weerstand.’ Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2019. https://www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2019/01/01/post-65-verkenningen  

Het boek ‘Experimentele Woningbouw 1968-1980 in Nederland, 64 gerealiseerde woonbeloften’ wordt 23 december gepresenteerd. Het beschrijft alle 64 bijzondere woningbouwexperimenten, verspreid over heel Nederland, die een bron van inspiratie kunnen zijn voor de hedendaagse woningbouwopgave. Bekende parels, als de Kasbah in Hengelo en de Kubuswoningen in Helmond, en onbekende(re), als De Bergen in Capelle aan den IJssel en de Wandelstraat in Woerden. Auteurs: Marcel Barzilay, Ruben Ferwerda, Anita Blom, 176 pag., geïllustreerd (430 kleur en zw/w) in samenwerking met o.a. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. ISBN 978-94-6208-534-3 Het boek is tot en met 31 december met korting te bestellen op https://www.experimentelewoningbouw.nl/product/boek/      


Marijke Bovens | december | 2019
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via: http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit