‘Allergisch voor beleid, maar open voor vakkennis’

‘Veel mensen zijn allergisch voor beleid, maar vinden afwegingen van deskundigen interessant.’ Met deze ervaring doet stedenbouwkundige en ontwikkelaar Andries Geerse zijn voordeel. ‘Iedereen vindt het leuk om over architectuur te praten.’

Andries Geerse: ‘Persoonlijk hou ik wel van het gevecht met bureaucratie’

Een lange adem en veel ruimte voor participatie tekenen de praktijk van ontwikkelaar en stedenbouwkundige Andries Geerse. Zijn bureau WeLoveTheCity committeert zich aan een klein aantal projecten, maar is daar lang bij betrokken.

Zo werkt hij al acht jaar aan het Deventer Havenkwartier. Tien jaar werkt hij samen met bewoners aan de vernieuwing van het centrum van Winterswijk. Sinds 2001 is Geerse’s bureau betrokken bij de verbetering van de Kolenkitbuurt in Amsterdam. Geerse: ‘Een stedenbouw die in visies blijft steken, verliest zijn relevantie. Wat je verzint moet je ook uitvoeren’.

Lang volhouden geldt wat hem betreft ook voor participatie. ‘Te makkelijk wordt met participatie begonnen, met te weinig besef dat je het ook moet waarmaken.
Het eerste half jaar is altijd leuk, bij elk project. Maar dan begint het taaie gevecht met de bureaucratie. Dat gevecht kun je niet aan vrijwilligers overlaten, daarvoor is het te ingewikkeld en te tijdrovend. Weinig mensen hebben er trouwens zin in, maar ik vind het persoonlijk leuk.’

Om de ideeën en plannen van inwoners over zorg, wonen, verkeer meer kans van slagen te gunnen, heeft WeLoveTheCity het voortouw genomen voor de ontwikkeling van Smarticipation. Participatie met hulp van technologie en met financiële hulp van de EU. Dit is in potentie een scherp mes voor inwoners om de bureaucratie te fileren.

Duurste plek
We hebben afgesproken in Dauphine, het café in de oude Renaultgarage bij het Amstelstation. Geerse is stedenbouwkundige van het Amstelstation en omgeving. Dit stukje Amsterdam zal komende jaren een gedaanteverwisseling ondergaan. De transformatie is al in volle gang. Vanachter het Amstelstation steekt een ovalen toren de hoogte in. Startersappartementen met huren rond de 850 euro per maand. ‘Dit wordt een buurt voor leraren en agenten’, zegt Geerse. ‘Met een station waar je midden in de stad uitstapt. Toen ik acht jaar geleden hier begon waren er vooral plannen voor kantoren. Het Amstelstation was bijna gesloopt. Nu staat er naast woningbouw een enorme herschikking van de infrastructuur op het programma. Een nieuw busstation, een nieuw tramstation, en het Amstelstation van architect Schelling, inmiddels in de top 10 van de spoorbouwmeester, wordt in kleine stapjes gerestaureerd.’

Ontwikkelingen rondom het Amstelstation

Met het nabijgelegen Amstelkwartier is dit de allerduurste plek van Amsterdam en dus van Nederland, rekende de makelaarsvereniging onlangs uit op basis van de erfpachtwijzer.
Daarmee staat de ontwikkeling van dit gebied in flink contrast met andere projecten van Geerse, zoals het Deventer Havenkwartier. Als supervisor begeleidt hij de transformatie van dit oude verwaarloosde industrieterrein tot een levendig stedelijk laboratorium.

Poor but sexy
‘Wil je vernieuwing dan moet je verder kijken dan alleen het stedenbouwkundig plan. Organische ontwikkeling van het Havenkwartier betekent dat alles gaat schuiven, ook het bestemmingsplan en de financiering. Kern van die organische vernieuwing is Eigenaarschap’. Geerse spreekt het uit met een hoofdletter. ‘Het gemeentebestuur moet er voor kiezen om de burgers/ondernemers, andere groepen dan professionele ontwikkelaars, een kans te geven om de stad te ontwikkelen. Cruciaal is dat de gemeente eigenaar is van de grond en van veel van de gebouwen.’

In Deventer speelde het beeldkwaliteitsplan een belangrijke rol. Geerse: ‘Het motto was: Poor but sexy, met als doel het uitlokken van creativiteit. Alles wat we hier bouwen was nooit elders gezien. Wij hebben geprofiteerd van de woede in de gemeente die zich in de steek gelaten voelde door de drie ontwikkelaars die het oude haventerrein zouden gaan exploiteren. Nu werken we er met driehonderd kleine ontwikkelaars. De grijze beeldbepalende silo op het terrein is aangekocht door een stel. Zij financieren dit zelf met allerlei activiteiten, die ook weer andere aantrekken.’

Geen retro, wel ambachtelijk
Ook in Nijmegen gold het motto: Eerst de bewoners dan de wijk. Hier trok WeLoveTheCity de haperende Waalsprong weer vlot door via sociale media Nijmegenaren te verleiden tot het zelfbouwen en beheren van woningen, werkruimtes en voorzieningen van de nieuw te bouwen wijk.

Wie denkt dat de bewoners/zelfbouwers vol voor welstandsvrij bouwen zouden gaan, gokt verkeerd. Geerse: ‘De woongroepen en zelfbouwers zeiden: ben je gek geworden? Men wilde wel grote vrijheid van architectonische expressie, maar er was ook een afkeer van retro-architectuur. Belangrijk vond men vooral dat de gebouwen mooi gemaakt zijn, ambachtelijk in orde. Dat was belangrijker dan de eigen smaak.

‘In Nijmegen realiseert de zelfbouwer zich dat het zijn pensioengeld is dat hij in zijn huis stopt. Dus vragen zij een professional: hoe moeten we dat regelen? Ik laat hen altijd eerst vertellen waar zij mee zitten. Laat hun het openingsbod doen. Vervolgens bied ik een ruimtelijk perspectief. Mijn professionaliteit is gerelateerd aan feiten en regels – die je overigens ook zo nu en dan moet breken.’
`Burgers’, zegt Geerse, staan open voor de vakkennis van experts. Zij zijn allergisch voor beleid, maar vinden de afwegingen van deskundigen interessant’.

Smartathons
Een van de hindernissen waar Geerse in zijn participerende praktijk telkens op stuit is het contrast tussen doeners en luisteraars. ‘Veel participatieprojecten kampen met weinig echt betrokkenen. Gemiddeld zijn acht op de tien mensen niet actief.’
Hierop inspelend heeft Geerse met zijn bureau de Smartathon bedacht. Met financiering van de EU ontwikkelen zij een digitaal urban platform, waarop burgers een idee kunnen lanceren én direct feedback krijgen. Van buren en bestuur. ‘Via dit platform breng je de ontvangers met de doeners in contact, dat vergroot je basis.’

Als voorbeeld geeft Geerse de gemeente Hamburg, een van de drie plaatsen (naast Rome en Londen) waar pilots draaien met deze vorm van digitale participatie.
‘De gemeente Hamburg wil in overleg met de inwoners 100.000 bomen planten. Hoe beheers je een proces waarbij iedereen voorstellen kan doen? Niet iedereen wil een boom voor de deur, want dat gaat ten koste van de parkeerplaats, of het geeft zoveel blad in de herfst. Niet elke plek is geschikt – wat als de boom is gedacht op een plek waar onder de grond een gasleiding loopt?

‘Via een app op de I-Phone kunnen inwoners voorstellen doen. Zij krijgen automatisch feedback en kunnen dit vervolgens delen met buren en anderen. De app is de fronthand. De intelligentie zit in de backhand: het platform waarop je de data mobiliseert en leest. Hamburg heeft een open-datapolicy ontwikkeld. Als een van de weinige stelt de stad data actief ter beschikking van de inwoners. Smarticipate is een van de tools om die data te gebruiken.’

Snelle check
Londen gaat veel verder dan welk participatieproject in Nederland ook. De stad kent The Right to Challenge. Als een groep burgers zelf het afval wil inzamelen, dan moet de gemeente hier budget voor geven. Dan gaat niet per se om kleine projecten; het doorgesluisde budget kan oplopen tot 4 miljoen pond. Maar, zegt Geerse de wet komt nog niet van de grond, omdat er slechte voorstellen worden ingediend.

Er is veel winst te behalen als de ongeïnformeerde voorstellen (bv een park situeren op een plek waar een bouwvergunning voor is afgegeven) snel uitgefilterd worden door de data die het platform ondersteunen. Maar een inwoner die een voorstel lanceert moet niet alleen ‘nee’ terug krijgen, ook informatie over alternatieven. Want snedig als de Britten zijn, klonk al snel de vraag: is die app een Iron Bridge of een Iron Gate?

Geerse kan er om lachen. Wat hem betreft heeft de app vooral een functie vroeg in het proces. ‘Het is een snelle check van je plan op hindernissen, en minstens zo belangrijk, ook een bron van alternatieven. Dat is stimulerend voor de planvorming. Daarna moet je gewoon ouderwets met elkaar om tafel gaan zitten.’

Ondanks de prominente plaats voor inbreng van initiatiefnemers en burgers in de Omgevingswet, kan Geerse in Nederland tot nog toe weinig animo vinden voor deze digitale ontwikkelingen. ‘Wij willen onze kennis heel graag delen, maar in het ambtelijk circuit rondom de Omgevingswet is er geen belangsteling. Mijn ervaring is dat we in Nederland heel ver zijn met praten, maar de volgende stap niet zetten.’

www.welovethecity.nl
www.havenkwartierdeventer.com

www.plantjevlag.nl

www.smarticipate.eu


Marijke Bovens | december 2017
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit