Extra stap voor mooie metamorfose na-oorlogse wijk
Facelift in Tilburgse Nul-op-de-Meterstraat
Met een beetje extra aandacht kunnen energetische renovaties in na-oorlogse wijken ook esthetisch door de beugel. De Federatie presenteert de Handreiking Energietransitie en ruimtelijke kwaliteit.
Regelmatig krijgen adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit plannen voorgelegd die ze op grond van de welstandscriteria moeten afkeuren, maar die op grond van energietransitie heel wenselijk zijn. Wat meer aandacht, zowel beleidsmatig als procedureel, kan veel ergernis voorkomen en ook nog eens tot versnelling leiden.
De organisatie Stroomversnelling en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit werken samen in de ambitie om 4,5 miljoen na-oorlogse woningen energieneutraal te maken zonder aan kwaliteit in te boeten. Zij brachten een handreiking uit voor gemeenten, corporaties en bouwondernemers getiteld Energietransitie en ruimtelijke kwaliteit.
Massaproductie
De manier waarop de partners van Stroomversnelling (woningcorporaties, aannemers, ontwikkelaars) te werk gaan, past eigenlijk heel goed bij de manier waarop in Nederland de na-oorlogse woningbouw is gerealiseerd. Door rationalisatie en massaproductie zijn de kosten laag en kan het bouwtempo omhoog. Dat is noodzakelijk voor de ambitie van Stroomversnelling, namelijk ‘nul op de meter’: de woning produceert evenveel energie per jaar als hij gebruikt. Wil dat kostenneutraal kunnen verlopen (de investering wordt door het wegvallen van de energierekening terugverdiend), dan is kostenbeheersing in het bouwproces en in de productie van de materialen een eerste vereiste.
Metamorfose
Inmiddels is duidelijk geworden dat een industrieel bouwproces zeker in onze tijd goed kan samengaan met innovatie en creatief ontwerp. Maar de vraag is nu hoe de adviescommissies de vergunningaanvragen van Stroomversnellingsprojecten moeten beoordelen. De isolatie van de woning betekent een nieuwe schil; de zonnepanelen op het dak en de afkoppeling van het gas maken dat schoorstenen sta-in-de-wegs zijn, en ook is een installatiekast buiten de woning noodzakelijk. Maar de welstandscriteria in veel na-oorlogse wijken hebben de bestaande situatie als uitgangspunt, waarvan niet te veel mag worden afgeweken. Het welstandsbeleid houdt geen rekening met de metamorfose die Stroomversnelling in een wijk kan betekenen, terwijl voor sommige wijken een totale face-lift beleidsmatig misschien heel wenselijk is.
Lokale context
De handreiking roept gemeenten dus op om opnieuw na te denken over de ruimtelijke kwaliteit van na-oorlogse wijken. In hoeverre is meer variatie in het beeld en vernieuwing van de schil wenselijk? Wat als een enkele eigenaar-bewoner in een rijtje gelijkvormige huizen zijn huis inpakt in een isolatiepakket met afwijkend plaatmateriaal? Wat betekent dat contrast voor de wijk?
Daarnaast benadrukt de handreiking nog eens dat elk stroomversnellingsontwerp moet aansluiten bij de lokale context, en dat het daarom van belang is zo vroeg mogelijk contact tussen de opdrachtgever en de welstandscommissie tot stand te brengen. Dat kan verlopen via de ‘stroomversnellers’ van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit.
Handreiking Energietransitie en ruimtelijke kwaliteit.
Ftc | juli 2017
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:
http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief
Nieuwe Publicaties
Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl of 020 412 49 64
-
Jaarverslag over 2022
In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.
-
Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw
Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw.
-
Duurzame Stadsgezichten
De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?