Plaatsnemen aan omgevingstafel

De omgevingstafels vermenigvuldigen zich snel. Hoe verhouden deze overleggremia zich tot de commissies Ruimtelijke Kwaliteit? De federatie organiseerde er vorige maand al een webinar over. Wij schuiven zeker aan, zeggen vier deskundigen ruimtelijke kwaliteit, maar wel met de nodige kanttekeningen.  


Wie schuift er aan? Foto gemaakt door Sjef Meijman; deze tafel is onderdeel van het Ronde Tafel-Eten met Koeien, een project met Henry Alles en Elles Kiers, PeerGrouP.

 

Jef Mühren: directeur MOOI Noord-Holland:
‘Cruciaal dat gemandateerde genoeg elastiek meekrijgt’
 

‘Vrijwel iedereen aan de omgevingstafel zit er met een mandaat. Dat geldt voor de brandweer, voor de gemeentelijke diensten, en ook voor ons als commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De initiatiefnemer laat zich vertegenwoordigen door de architect en de buren nemen wellicht een advocaat mee.
Al die stakeholders aan tafel maken het gesprek best ingewikkeld. Durven mensen dan het spreekwoordelijke stoplicht van oranje of rood op groen te zetten? Hoe zorg je dat al die mensen met het juiste mandaat aan tafel zitten? Dat niemand zegt: hmm, dat is de afdeling van mijn collega, daar ga ik niet over.’  

‘Het model van de omgevingstafel gaat uit van zeventig procent loketplannen en dertig procent omgevingstafel. Dat is erg optimistisch. Vijftig procent van de plannen snel afhandelen, zonder vergunning, is al heel wat. In de praktijk zijn de omvangrijke omgevingstafels (alle betrokkenen aan tafel) vooral effectief en de investering waard als er complexe, controversiële of onmogelijk lijkende maar misschien wel gewenste plannen ter tafel liggen. Dat betreft eerder tien dan dertig procent van de projecten. De resterende plannen waar maatwerk nodig is, zijn wellicht meer gediend met een kleinere omgevingstafel. Een beetje zoals nu in vele gemeenten in bouwplanoverleggen gebeurt. Plannen die afwijken van het bestemmingsplan worden in bouwteam besproken. Wij worden daar in Noord-Holland als CRK regelmatig bijgevraagd.  

‘Wij doen enthousiast mee aan de vele verschillende omgevingstafels. Het is zeker geen concurrentie voor de CRK’s. Als wij de dossiers op tijd krijgen, kunnen we in de commissie ons standpunt bepalen. De gemandateerde krijgt wat elastiek mee. Dan is dit proces heel effectief. ‘Interessant voor ons is het hogere schaalaspect. Bij de beoordeling van projecten in een vroeger stadium ligt steeds vaker de nadruk op de stedenbouwkundige en soms landschappelijke schaal. Dan gaat het ook over opgave- of ontwerpgerichte advisering en maatwerk. Op dat pad van integraler opereren moeten we verder gaan.’  


 Janos Boros, hoofd Kwaliteit en Innovatie bij het Gelders Genootschap: ‘Zorgvuldigheid gaat boven snelheid’  

‘Het belang van de omgevingstafel ligt vooral bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Zij rollen het uit. Wij zien de kaartjes verder kleuren naarmate er meer omgevingstafels ingericht worden. De VNG zegt vooral de snelheid en integraliteit te willen bevorderen. Maar ik sta daar wat ambivalent in. Hoe veel sneller zou het moeten en hoe veel integraler zou het kunnen?
Het gaat tenslotte niet om wissewasjes, maar om complexe vraagstukken – projecten die niet voldoen aan beleid. Wat straks “buitenplanse activiteiten’ heet in de Omgevingswet. Zorgvuldigheid gaat hier boven snelheid.

‘De omgevingstafel moet ingebed worden in de ambtelijke procedures die nagenoeg alle gemeenten al hebben voor besluitvorming over ingewikkelde plannen. Gemeenten gaan over het ‘wat’, zij moeten bepalen of zij meewerken aan die “buitenplanse activiteiten”. Daarna volgt het ‘hoe’ en in die fase heb je ontwerpende disciplines en denkkracht nodig. Wij schuiven dan graag aan. Veel liever zitten wij aan tafel en leveren input aan de voorkant dan als mosterd na de maaltijd beschouwd te worden.  

‘Er zitten misschien wel twintig partijen aan tafel, die ieder hun zegje doen. Pas daarna kun je een ontwerp gaan concretiseren. Het allerlastigste van de omgevingstafels is: hoe zorg je dat de projecten maatschappelijke meerwaarde opleveren. Hoe zorg je dat de plannen de gemeentelijke ambities waarmaken, bijvoorbeeld voor de openbaarheid van een gebied of de landschappelijke versterking. Daar heb ik nog weinig voorbeelden van gezien. Ga er maar aan staan om al die woorden concreet in ontwerpen te vertalen. Daarvoor moet je ontwerpend kunnen denken.  

‘Een ander belangrijk punt is dat de rechtszekerheid in het hele proces nog niet is uitgekristalliseerd. Er zijn altijd mensen en belangen die niet aan tafel zitten, die moet je als gemeente straks ook in de gaten houden. Waarbij ik overigens niet pleit voor een nog groter gezelschap aan tafel.’  


 Eefje van Duin, projectleider erfgoedloket Libau:
‘Kwestie van omdenken’
 

‘Omgevingswet is wat ons betreft een kwestie van “omdenken”: wie wil er nou geen kwaliteit. Het is belangrijk om de publieke waarden aan de voorkant te organiseren, om daar al een open gesprek te voeren met de initiatiefnemer en zijn/haar adviseurs. De omgevingstafel zien wij als een wolk van specialisten die met elkaar in staat zijn breed de richting te bepalen voor het plan, contextueel: hier worden dus ook andere waarden gewogen dan de ruimtelijke kwaliteit.  Neem stedenbouw, zo’n specialisme hoort aan de voorkant náást bijvoorbeeld duurzaamheid, economie en milieu te staan.  

‘De omgevingstafel is concurrent noch collega van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Het zijn twee verschillende entiteiten in een proces: de een aan de voorkant, de andere aan de achterkant. Waarbij de namen, stempeltjes als ‘omgevingstafel’ (en eerder al ‘intaketafel’) of ‘Q-team’ ons een beetje jeuken. Het maakt namelijk niet uit hoe je het noemt, ‘waardencommissie’ kan ook nog.  Wij zien het als volgt: aan de voorkant voeren we een breed gesprek over de publieke waarden. Aan de achterkant zorgen wij als commissie RK voor een goede afhechting. Hier toetsen we specifiek. Onmisbaar is een ‘linking pin’ tussen voor – en achterkant. Dat kan een gemandateerd lid zijn. Zo neem je de voorkant serieus en weet je tegelijk zeker dat de publieke waarden ook daadwerkelijk landen.  

‘Wij schuiven dus graag aan. We leggen gemeenten ook uit dat het proces niet wezenlijk verandert. We gaan het alleen meer structureren en ‘een naam geven’.    


José van Campen, zelfstandig adviseur ruimtelijke kwaliteit en een van de auteurs van de Handreiking Adviesstelsel voor Omgevingskwaliteit:
‘Nobel streven maar er zijn nog veel vragen’
 

‘Voorop staat: ik vind het een nobel streven om initiatiefnemers en belanghebbenden de kans te geven om op een vroeg moment met alle betrokken disciplines uit de gemeente aan tafel te zitten. Het komt nog steeds voor dat mensen al een jaar (of langer) met een afdeling erfgoed in overleg zijn voordat ze naar de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit ‘mogen’ en merken dat de discussie daar weer van voren af aan begint.  

‘Vanuit de Handreiking gezien, zal de (gemandateerde van de) commissie aan de omgevingstafel vooral opgavegericht en ontwerpgericht adviseren. Dat lijkt me heel goed mogelijk en wenselijk. Ik heb wel een paar agendapunten voor de uitwerking. Allereerst: wat is de positie van de commissie aan de omgevingstafel? De commissie is aangesteld als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur. Is dat te rijmen met een onderhandelingsrol als een van de partijen aan de tafel? Heeft de commissie überhaupt een onderhandelingspositie?

Tweede punt: hoe is de advisering aan de omgevingstafel gekoppeld aan de advisering in de vergunningfase? De omgevingstafel gaat vooraf aan de vergunningaanvraag, maar het is niet gezegd dat het de beoordelingsgerichte advisering in de vergunningfase overbodig maakt. Het gaat hier om grote projecten. Dan zal je toch ook goed willen kijken naar de uitwerking van een ontwerp, de materialen, de kleuren, de detaillering.

Mijn volgende vraag is: wat gebeurt er voorafgaand aan de omgevingstafel? Wie bepaalt of een initiatief zó kansrijk en gewenst is dat het al die energie van zo’n tafel waard is? En zou je ook bij die ‘intake’ al een kwaliteitsadvies nodig hebben?

Tot slot: hoe richt je de advisering voor de snelserviceformule(s) in? Wat voor plannen zijn dat, zitten daar ook monumenten bij of plannen in beschermde gezichten? Wat kan ambtelijk, wat kan gemandateerd, wat kan er toch beter aan de plenaire adviescommissie worden voorgelegd? En is er voor die plannen nog vooroverleg mogelijk?”


Marijke Bovens | oktober | 2020
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via: http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief  

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit