Bij nader inzienPythagoras doet stadsbouwmeester de das om

Het bestemmingplan staat een dakopbouw op de garage toe. De welstandsnota bepaalt dat de architectuur van bijgebouwen een afgeleide moet zijn van het hoofdgebouw. De stadsbouwmeester houdt zich aan de welstandsnota, de Raad van State zegt dat dat niet mag.

Een bewoner dient een bouwplan in met een extreem puntdak op de garage – bepaald geen afgeleide van de architectuur van het hoofdgebouw. Het plan ligt bovendien in een nieuw wijkje waar de huizen (te) dicht op elkaar staan, nogal speels neergestrooid met afwijkende vormen, geen vaste rooilijn, en verschillende dakrichtingen. Als het ingediende bouwplan wordt gerealiseerd, dan is het hek van de dam, vreest de stadsbouwmeester van Stede Broec. Verrommeling ligt op de loer. Er volgt een negatief welstandsadvies: de indiener zou een flauwere dakhelling moeten kiezen voor de dakopbouw - of, zo lees je tussen de regels, liever helemáál geen opbouw.

Zo’n flauwere dakhelling is niet mogelijk zonder op de grond van de buren terecht te komen. Het alternatief: de opbouw wordt minder hoog. En daar ging de bezwaarmaker niet mee akkoord. In de rechtszaak is niet gesproken over de optie om de kap een kwart slag te draaien en dus dwars op de garage te zetten.

Minder speelruimte
Op 28 november deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Abrs) hierover een uitspraak die de speelruimte van welstandsadviseurs verder inperkt. Het is al jaren vaste jurisprudentie dat een welstandsoordeel er niet toe mag leiden dat de bouwmogelijkheden van een bestemmingsplan niet kunnen worden gerealiseerd. Beroemd is het voorbeeld van de Bijlmer, waar na sloop van woonflats patiowoningen waren gebouwd. De welstandsnota sprak van maximaal twee bouwlagen rondom een patio. Maar het bestemmingsplan was niet aangepast, en toen een bewoner meer verdiepingen op zijn patiowoning wilde bouwen kon het negatieve welstandsoordeel dat niet belemmeren.

Meetkunde
In het bestemmingsplan van Stede Broec is ruimte geboden voor dakopbouwen op garages, waarbij een maximale nokhoogte en goothoogte zijn aangegeven. Als een bewoner gebruik wil maken van de ruimte die het bestemmingsplan biedt, dan bouwt hij tot die maximaal toegestane nokhoogte. Hij mag de zijgevel optrekken tot de maximale goothoogte, en dus, concludeert de Abrs heeft het bestemmingsplan impliciet de hellingshoek van de dakopbouw beschreven: A2 + B2 = C2, aldus Pythagoras.

Het welstandsbezwaar tegen de dakopbouw impliceert dat de bewoner niet dat mag bouwen dat het bestemmingsplan wel toestaat – en zover strekt de macht van de welstandsadviseur niet. Als een bestemmingsplan veel variatie in bouwmogelijkheden biedt, schrijft de Abrs, dan is er veel ruimte voor een inhoudelijke welstandsbeoordeling. Maar als het bestemmingsplan heel precies is, zoals in dit geval, dan is er juist heel weinig ruimte voor een welstandsoordeel.


FtC | december | 2018
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit via: http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit