Nul-op-de-meter vereist energie in maatwerk

In 2050 moeten 4,5 miljoen woningen energieneutraal zijn. Dit is het plan van Stroomversnelling, een groep bouwondernemers en woningcorporaties. Om dit
nul-op-de-metereffect te bereiken is een industriële aanpak gekozen, die het uiterlijk van de woningen ingrijpend verandert.


Energieneutraal maken van woningen in Loppersum (foto Victor Ackerman)

Het netto-energieverbruik van meer dan de helft van de bestaande zeven miljoen woningen in Nederland moet in 2050 nul zijn. Dit ambitieuze plan heeft de organisatie Stroomversnelling, een samenwerkingsverband van bouwondernemingen en woningcorporaties, opgevat. Na de verbouwing van de huizen moet de opbrengst van opgewekte (zonne-) energie gelijk zijn aan het door isolatie gereduceerde energieverbruik. Dat moet zo goedkoop mogelijk en dus is er gekozen voor industriële bouwmethoden.

Als dit leidt tot standaardisatie in materiaal en ontwerp, dan dreigt de grote diversiteit in de naoorlogse bouw dichtgeplamuurd te worden met steenstrips en plastic schroten. De vreugde over de bereikte energiebesparing wordt dan teniet gedaan door het verdriet over de vernielde variatie en eigenheid.

Schrikbeeld
Binnen de industriële aanpak is om dit schrikbeeld te voorkomen maatwerk onontbeerlijk. De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit heeft om dit te bevorderen  in september een samenwerkingsovereenkomst getekend met Stroomversnelling. Coördinatoren van regionale welstandsorganisaties en grote steden zorgen ervoor dat de locatie-specifieke randvoorwaarden voor ruimtelijke kwaliteit zo vroeg mogelijk bij de initiatiefnemers van een stroomversnellingsproject bekend zijn. Zij kunnen daarmee in het project rekening houden.
Er zijn tot nog toe circa 300 pilotwoningen opgeleverd, vooral in de sociale huursector. De volgende uitdaging staat in Groningen voor de deur.
Flip ten Cate


Kanttekeningen bij Groningse pilot


Regionaal coördinator Stroomversnellling in Groningen is Victor Ackerman, werkzaam als rayonarchitect bij de provinciale adviescommissie ruimtelijke kwaliteit Libau. Hij beschrijft hieronder het Groningse pilotproject van circa 150 woningen, verdeeld over meerdere locaties in de gemeenten Delfzijl, Eemsmond en Loppersum. De woningen worden in verband met de mogelijke aardbevingsschade verstevigd en tegelijk, als onderdeel van de landelijke Stroomversnelling, verduurzaamd.

De maatregelen hebben een ingrijpend effect op het uiterlijk van de woningen. De versterkingsconstructies worden aan het casco van de woning bevestigd. De buitengevel die hiertoe is verwijderd, wordt vervangen door lichtere steenstrips (metselwerk) geplakt op isolatieplaten en door andere materialen, zoals kunststof of vezelcementgebonden geveldelen. Het isoleren van de dakvlakken verandert de dikte van het dakpakket en daarmee de aansluitingen van het dak op de gevel. Een aantal zongeoriënteerde dakvlakken worden belegd met PV-panelen. De schoorstenen van metselwerk worden afgebroken en niet meer vervangen.
Na de verbouwing hebben de woningen een compleet ander aangezicht.

De pilot dient als voorbeeld voor het inzetten van toegepaste techniek en architectuur op grotere schaal in het aardbevingsgebied. De provinciale brede welstandscommissie van Libau heeft de plannen op zichzelf beoordeeld, maar heeft ook gekeken door de bril van het multiplier-effect. De voorraad seriematige woningen die uiteindelijk zal worden verbeterd is immers vele malen groter dan deze pilot en beeldbepalend voor menig dorps- en stadsgezicht. De commissie heeft begrip voor de urgentie en de daarmee samenhangende tijdsdruk, maar plaatst wel enkele kanttekeningen.

Omissies
De ene plek is  de andere niet. Een incidenteel blokje met woningen aan de rand van het beschermd dorpsgezicht is niet te vergelijken met een bouwblok als onderdeel van een strokenverkaveling in een naoorlogse wijk. Het is daarom van belang in een vroeg stadium de mogelijke consequenties van de ingrepen voor de bestaande straten en buurten te onderzoeken en deze in beeld te brengen. De stedenbouwkundige kaders zijn bij de onderhavige plannen niet onderzocht of aangegeven. Dat is een omissie, die de samenhang van de bebouwing in de dorpen ernstig kan ondermijnen. Daarmee samenhangend: elk plan zal altijd worden beoordeeld als een locatie specifieke oplossing.

Bovendien, als meerdere plannen in één gebied worden ontwikkeld, behoeven de plannen ook onderlinge afstemming in architectonische opzet en uitwerking. Bij onderhavige plannen ontbreekt deze afstemming.

De commissie plaatst ook een kanttekening bij de duurzaamheid. Nul-op-de-meter is een mooi uitgangspunt, maar duurzaamheid is breder. Nadrukkelijk aandacht voor andere milieuaspecten, met name bij het toepassen van nieuwe materialen, is gewenst.
En een echt vernieuwend architectuurbeeld wordt node gemist. Die vraag zou wat de commissie betreft met klem neergelegd moeten worden bij architecten/bouwers.
Victor Ackerman


Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:
http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief


 

 

 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit