Wie zwijgt over schoonheid eindigt met lelijkheid

In discussies over schoonheid in architectuur en kunst is er altijd iemand die zegt ‘over smaak valt niet te twisten’, of op z’n Engels: ‘Beauty lies in the Eye of the Beholder’. Esthetische oordelen zijn nu eenmaal subjectief. Maar toch verklaren we iemand die lyrisch is over een vuilnisbelt, waar het stinkt naar fecaliën en andere onaangenaamheden, voor gek. Zelden ziet iemand liever zo’n vuilnisbelt dan een rijtje grachtenhuizen.

Niet twijfelen

Volgens filosoof Alain de Botton schrikken we bij architectuur en kunst terug voor het esthetische debat, omdat we aan ons eigen oordeel twijfelen. Bij restaurants of bij muziek zijn we veel stelliger: massaal achten we Mozart superieur aan de componist van het Koningslied.

Maar we moeten juist wél over schoonheid in architectuur praten. Doen we dat niet, dan krijgen de snelle geldmakers gelijk. Dan kan een projectontwikkelaar wegkomen met alle smaken ‘architectuur’. Elke opleuking van zijn standaardplattegrond, of het nu jaren dertig, Tudor, modernistisch of post-modern is: Anyting goes. Ze liggen in de la te wachten op bestelling.
Een gesprek doodslaan met de dooddoener dat over smaak niet te twisten valt, maakt een nu al kwetsbare situatie nog slechter. Of zoals De Botton schrijft: 'A society that can’t talk sensibly, publically and perhaps at length, about beauty will inadvertently condemn itself to ugliness.' (FtC)

Alain de Botton, ‘Why you should never say: ‘Beauty Lies in the Eye of the Beholder’, in The Book of Life (www.thebookoflife.org)

 

Open welstand verkleint kloof met burger

In een aantal Friese gemeenten onderzocht bestuurskundige Jan Lunsing (UT Twente) drie methoden om de kloof tussen burger en bestuur te verkleinen: op micro-, meso- en macroschaal.
Lunsing koos de inzet van referenda, het aanbieden van een buurtbudget en de openbare vergadering van welstandscommissies als studieobjecten. Referenda blijken dat effect niet te hebben – hoogstens kortstondig en incidenteel.
De buurtbudgetten zijn een beter middel, mits de overheid de beslissingsruimte over de budgetten echt bij de bewoners laat.

 

Met klem uitnodigen

De openbare vergadering van welstandscommissies dragen blijkens het onderzoek daadwerkelijk bij aan het verkleinen van de kloof. Zelfs als het welstandsoordeel negatief is, is dat voor bewoners goed te pruimen, mits de procedure transparant en betrouwbaar is en de bewoners ook inderdaad de vergadering hebben bijgewoond. Lunsing adviseert gemeenten om de (belanghebbende) bewoners nadrukkelijk voor de vergadering van de adviescommissie uit te nodigen. (FtC)

Jan R. Lunsing, ‘De Kloof. Effecten van transparant welstandstoezicht, buurtbudgetten en referenda op de door burgers waargenomen afstand tot het bestuur’, Boom Lemma Uitgevers, 2015.

 

Hecht belang aan het gewone 

 

Buitenwijken. Zijn het karakterloze oorden, bewoond door gewone mensen? Of zijn die wijken, die er nogal banaal en gewoontjes uitzien eigenlijk heel belangwekkend?
De boodschap van schrijver Michael Foley luidt: probeer niet iets bijzonders te maken van het gewone, maar zie hoe bijzonder en belangwekkend het gewone is. Er is massaal leven, dat zich bevindt tussen de uitersten van de pulserende binnenstad en het rustige platteland, namelijk het alledaagse leven van gewone mensen in gewone wijken.De kwaliteit van dat alledaagse wordt niet opgemerkt. Filosoof Pieter Hoexum citeert Ludwig Wittgenstein: ‘Het zijn juist de aspecten van de dingen die voor ons door hun eenvoud en alledaagsheid verborgen blijven, die voor ons het meest belangrijk zijn’.

Meer aandacht voor alledaagse

Het gewone, het vanzelfsprekende, het onopvallende is het meest belangrijk. Betekent dat, vraagt Hoexum zich af, dat we beter géén kennis verwerven over de kwaliteit van het alledaagse? Kennis immers maakt het onopvallende plotseling bijzonder, zet er de spotlights op, en ontneemt het daarmee zijn unieke eigenschap.

Ik denk dat Hoexums essay leidt tot de conclusie dat welstandsbeleid juist voor de alledaagse, banale woonwijken van groot belang is. Machismo-verbouwingen kunnen veel storender zijn in bescheiden woonwijken, dan in wijken waarin ieder gebouw bijzonder probeert te zijn.
Het is een stelling die René Boomkens al eerder innam en die ik hem nazeg: welstandsbeleid is belangrijker voor het gewone, dan voor gebieden die door hun bijzondere schoonheid toch al in de belangstelling staan.

Pieter Hoexum, ‘Voorbij de buitenwijkblues’, Essay in het kader van de Agenda Stad. Vindplaats:

http://ruimtevolk.nl/2015/07/02/voorbij-de-buitenwijkblues/

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit