'Stuurmanskunst'5e overleg lokale welstandssecretarissen

‘Het is stuurmanskunst, je moet vooral niet despotisch zijn’ (Peter Kilsdonk).

Op 4 oktober 2013 werd het 5e Secretarissenoverleg gehouden in Zoetermeer. Na Almere, Delft, Den Haag en Eindhoven bood Zoetermeer zich aan voor de organisatie van deze jaarlijks terugkerende bijeenkomst van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, waarvoor alle secretarissen van gemeenten met een eigen, lokale welstands- en/of monumentencommissie worden uitgenodigd. Het zijn goedbezochte bijeenkomsten, waar naast het inhoudelijke programma vooral ook een platform wordt geboden om met elkaar van gedachten te wisselen over het commissiewerk. Zoetermeer was ook daarom een interessante locatie, omdat hier enige jaren geleden werd besloten een stadsbouwmeester aan te stellen. En iedereen was natuurlijk heel benieuwd hoe dat werkt. Wethouder Patrick van Domburg vertelde waarom de gemeente enige jaren geleden haar beleid had omgegooid: welstand niet als blokkade, maar als dienstverlening. Het nieuwe systeem bevalt de bewoners van Zoetermeer, het is toegankelijker en het scheelt in kosten, zegt hij. Botine Koopmans is al jaren commissiesecretaris in Zoetermeer. Zij gaf een kort overzicht van de geschiedenis van Zoetermeer als de aangewezen groeikern, waarvoor vanaf 1962 de historische polders werden bebouwd. De namen Driemanspolder, Seghwaert, enz. herinneren daar nog aan; Oosterheem is de laatste wijk waar nog wordt gebouwd. Hoewel Zoetermeer vaak wordt afgeschilderd als het summum van saaie en lelijke slaapstad, stellen luchtfoto’s zo’n beeld bij: een grote diversiteit aan goed aangelegde wijken met veel groen, plus een kwartier in de tram en je bent in het centrum van de grote stad Den Haag.

Op deze bijeenkomsten pleegt de directeur van de Federatie, Flip ten Cate, het laatste rijksnieuws te vertellen; ditmaal ging dat over de vorderingen van de makers van de Omgevingswet. Aanwezigen waren vooral benieuwd naar het verhaal van Peter Kilsdonk, eerst voorzitter van de welstandscommissie en per 1 juli 2012 aangesteld als stadsbouwmeester. Hoewel er vanuit de zaal enige scepsis is over de rol van een stadsbouwmeester (de eenzaamheid van de functie en de mogelijkheid van dat ene handschrift dat zich via de adviezen als een deken over de gemeente vleit) heeft Kilsdonk de functie goed geregeld, wat betreft rollen, expertise, verantwoordelijkheid en klankbordfunctie. Dat hij de (ambtelijke en politieke) situatie in Zoetermeer als commissievoorzitter kende, zal daarbij geholpen hebben. Kleinere plannen worden snel afgehandeld, waarbij Kilsdonk zwaar leunt op de voorbereiding van de secretaris. Van belang is het wekelijkse spreekuur waar dieper op plannen kan worden ingegaan, maar ook proactief richtingen worden gewezen. Bij dit overleg is altijd een stedenbouwkundige aanwezig. Bovendien heeft Kilsdonk eenmaal per maand overleg met de dienst Stedenbouw en daaruit rolt dan tevens een soort agenda uit voor de Commissie ruimtelijke kwaliteit (Crk). De Crk komt in principe viermaal per jaar bijeen, maar de stadsbouwmeester kan indien nodig vaker terugkoppelen. Het is een brede commissie, met een landschapsdeskundige en architectuurhistoricus.

Wat voor tips heeft Kilsdonk? Hij noemt de noodzaak van een goede schriftelijke verslaglegging van beide vergaderingen. En de open uitnodiging om plannen op dat wekelijkse spreekuur vooral te komen toelichten, er alvast over te komen praten. Deze methode van intensief vooroverleg zorgt namelijk voor een snelle vergunning. Als stadsbouwmeester heeft hij meer invloed op beleid dan de commissie vroeger, maar er zijn ook grenzen. Kilsdonk vertelt dat hij voorstelde (niet beschermde) woondekken te gaan beschermen, omdat de corporatie ze wilde opdoeken. Maar daar wilde de wethouder niet aan, met een kleine ruzie tot gevolg.

Maar wat is het verschil tussen toetsen en begeleiden, vraagt iemand uit de zaal? Kilsdonk zegt in dat vooroverleg bezig te zijn met stimuleren, niet met toetsen: Je probeert kwaliteit te stimuleren. Maar hij is zich terdege bewust van de grenzen: Er hoort niet geschetst te worden. Maar wat is dan eigenlijk het verschil tussen de periode vóór 2004, toen er nog geen criteria bestonden, en de werkwijze in Zoetermeer nu, vraagt de zaal zich af? Maar Kilsdonk zegt op basis van criteria uit de vernieuwde nota te werken, die net als in Utrecht drie welstandsniveaus kent.

En de Crk op de achtergrond speelt een belangrijke rol. Van deze commissie wordt verwacht dat ze het hele beeld voor ogen heeft; de mening van de Crk weegt voor Kilsdonk zwaar. Omdat de Crk geen vetorecht heeft, is het uiterst belangrijk dat over plannen en projecten zo snel mogelijk meningsvorming plaatsvindt en volgens Kilsdonk doet de dienst Stedenbouw er alles aan dit te realiseren. Maar Kilsdonk stipt ook de functie aan van de Crk als arbiter. Bij overmacht kan hij terugvallen op de Crk en dat was een van de redenen om te pleiten voor haar instelling. Kilsdonk heeft een onafhankelijke sparring partner en platform nodig dat hem bovendien rugdekking geeft als het lastig wordt. Hij wil er niet alleen voor staan. Zijn onafhankelijkheid ten slotte is gewaarborgd door de termijnen van zijn aanstelling en het feit dat hij niet in dienst is van de gemeente.

Na de lunch wordt er gewandeld onder leiding van de stedenbouwkundigen Jan Straatman en Remco de Jong. Het stadshart zal een metamorfose ondergaan; het plein omgeven door gebouwen ligt op een bult gevormd door tramlijnen, parkeervoorzieningen en achterkanten. Net als veel stedenbouw en architectuur in Nederland heeft het last van snelle veroudering en doet het gedateerd aan, maar lijkt het vooralsnog geen leegstand te kennen. De Dorpsstraat ten slotte is het erfgoedrestant van oud-Zoetermeer, kleine lage huizen, een kerk, instituutsgebouwen, een onderbreking door pleintjes. Het einde van de Dorpsstraat vloeit weg in open ruimte, het oog wordt het landschap ingetrokken, misschien wel het meest bekoorlijke onderdeel van dit oude lint. Plannen van Wiel Arets voor een nieuw cultuurcluster in deze dorpse omgeving, vergezeld van nogal wat stedelijke dominantie, staan voorlopig in de ijskast en blijven daar hopelijk ook. Een ongeschikter omgeving voor iconen en abstract vormgegeven architectuur is nauwelijks denkbaar. GtC

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit