Nieuw beleid op de valreep

Den Haag, Wageningen, Almere en Steenwijkerland wijzigen hun welstandsnota’s. Ook Staphorst (zie elders in deze nieuwsbrief) en Delft houden het beleid tegen het licht. Deze vernieuwingswoede wekt enige verbazing. Immers, binnen afzienbare tijd bestaat de welstand als zelfstandig beleidsveld niet meer. Over de nieuwe werkelijkheid van het omgevingsplan valt echter nog weinig te lezen. Waar vijftien jaar geleden de welstandsadvisering nog eenduidig was, blijkt uit deze grabbelton dat ambitie, werkwijze en koers tegenwoordig enorm verschillen.

Den Haag heeft één criterium: samenhang
De nieuwe ‘Welstandsnota Den Haag 2017’ telt 39 pagina’s en is teruggebracht tot de essentie. Den Haag spreekt nadrukkelijk van een ‘welstandstoets’, terwijl veel andere gemeenten het hebben over een ruimtelijk kwaliteitsadvies. Toetsen vindt plaats aan de hand van heldere regels en criteria. In Den Haag is feitelijk nog maar sprake van één criterium: ‘samenhang’. Dit criterium luidt letterlijk: ‘Een bouwwerk vertoont samenhang op alle schaalniveaus: in materialen, kleuren, detaillering, in geleding en verhoudingen, in volumeopbouw en schaal, en in de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan’. Het geldt voor de gehele stad. In beschermde stadsgezichten (waarvan Den Haag er veel heeft) en bij bouwwerken in, aan of bij monumenten wordt het criterium aangevuld met de eis dat het plan de architectonische, stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden moet behouden of versterken.

Dit ene algemene criterium, dat juist in een onsamenhangende stad als Den Haag tot veel discussie zal leiden, wordt in de nota aangevuld met objectspecifieke criteria voor vervangen, uitbreiden, toevoegen of bijbouwen. Daarbij is opnieuw ‘samenhang’ het meest gebruikte woord. Maar wat moet de ontwerper van het nieuwe Spuiforum met ‘samenhang’ beginnen op dit terrein tussen de Nieuwe Kerk, het IJspaleis van Richard Meier, het restant van het Nederlands Danstheater van Rem Koolhaas, het blauwglazen Mercure Hotel, en het filmhuis van Hertzberger?

Steenwijkerland: vrijblijvend beleid
Het Overijsselse Steenwijkerland sorteert in zekere zin wel voor op de nieuwe Omgevingswet. De gemeente treft voorbereidingen om de ruimtelijke kwaliteit te regelen in het bestemmingsplan - straks omgevingsplan. Daarin worden maten, verhoudingen, parcellering (gevel-onderverdeling), volumes, hoogtes en rooilijnen vastgelegd. Voor de vernieuwde welstandsnota blijven slechts de dingen over die ‘niet ruimtelijk relevant’ zijn en daarom nu nog niet in een bestemmingsplan vastgelegd mógen worden: kleur en materiaalgebruik met name. Dat levert een bevreemdend dilemma op: weliswaar is kleur en materialisering onderdeel van de vergunningaanvraag, maar als een gebouw eenmaal gerealiseerd is, kan de kleur vergunningvrij worden gewijzigd (schilderen is geen bouwactiviteit), en ook het vervangen van gevelmateriaal en dakbedekking is vergunningvrij (mits het volume van het gebouw niet toeneemt). Wie uitsluitend kleur en materiaal opneemt in zijn welstandsbeleid, maakt dat beleid dus erg vrijblijvend.

Almere wil Regenboogbuurt terug onder welstand
‘Tot grote tevredenheid’ is Almere grotendeels welstandsloos geworden, verklaarde de Almeerse wethouder Herrema onlangs tegenover het NOS-journaal. Jammer was wel dat de Regenboogbuurt - de eerste wijk in Nederland waarin kleur een stedenbouwkundig ordenend principe is - per ongeluk ook welstandsloos gemaakt was. Na wat incidenten, een petitie van de actiegroep ‘Behoud Regenboogbuurt Almere’ en de uitreiking van de Kleur Buitenprijs eerder deze maand, bespreekt de gemeente binnenkort een voorstel om de buurt opnieuw onder een welstandsregime te plaatsen. ‘In de Regenboogbuurt zijn de kleuren zó essentieel, dat je het behoud niet over kunt laten aan individuen’, zegt wethouder Herrema.

Hoe dat moet is trouwens nog geen uitgemaakte zaak. Een excessenregeling kan helpen, waarbij iedere beduidende afwijking van de oorspronkelijke kleur (die in een database is vastgelegd) een ‘exces’ wordt genoemd, maar die optie stimuleert conflict: optreden tegen een exces is immers een repressieve maatregel die pas toegepast wordt na geconstateerde overtreding, meestal na klachten uit de buurt. En conflicten zijn er al genoeg: er is inmiddels een tegen-actiegroep opgericht die voor vrije kwastkeuze gaat – het gaat naar verluidt om een kleine minderheid. Een andere mogelijkheid is bescherming via een dubbelbestemming met aanlegvergunning in het bestemmingsplan, waardoor het schilderen vanuit een stedenbouwkundig belang vergunningplichtig wordt. Een derde optie is aanwijzing tot beschermd stadsgezicht, maar dat is kostbaar en duurt lang.

Wageningen: weerstand tegen welstandsloos
Wageningen heeft, bij raadsmotie in 2016, besloten grote delen van de gemeente welstandsloos te maken. De nota wordt in januari in de raad behandeld. Op een bewonersavond in oktober hebben de aanwezigen grote kritiek op die motie. Het rommelt al langer: in april al stapten de leden van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, Eric Blok, Anneke Nauta, Emile van Vugt en Linda Schepers, teleurgesteld op met een noodkreet aan het gemeentebestuur. ‘Stuurloosheid’, ‘gebrek aan lange termijnvisie’, ‘over de schutting werpen van 200 stukken per vergadering’, ‘weinig bestuurlijke steun’, ‘pas achteraf geïnformeerd’, ‘gebrekkige relatie met Omgevingsdienst’, ‘matige beloning’.

Het college neemt de raadsopdracht om de gemeente grotendeels welstandsloos te maken serieus. In de nieuwe nota wordt de beeldkwaliteit van nagenoeg alle gebieden buiten het centrum en van de monumenten (Wageningen heeft 406 gemeentelijke en 66 rijksmonumenten) niet langer bewaakt.

In de welstandsloze gebieden is wel een excessenbeleid van toepassing. Eerder schreven wij al dat dat problematisch is: een gemeente kan niet repressief handhaven op excessen indien het bouwplan met een vergunning is gebouwd. Een vergunninghouder mag ervanuit gaan dat hij mag bouwen, waarvoor hij vergunning heeft.

Delft neemt afscheid van Wytze Patijn
In Delft tenslotte vertrekt dezer dagen Wytze Patijn na zeven jaar de functie van stadsbouwmeester te hebben vervuld. Hij heeft bijgedragen aan een hogere kwaliteit van stedenbouw en architectuur, door te hameren op het belang van goede stedenbouwkundige plannen, door lijstjes van goede ontwerpers op zak te hebben in gesprekken met opdrachtgevers en door het gesprek in de stad aan te jagen over de kwaliteit van de publieke ruimte en de gebouwde omgeving.

‘Mijn stelling was eenvoudig: door regels ontstaat geen kwaliteit’, zegt Patijn. De oude welstandsnota, die hij ‘uitermate star en onhandelbaar’ noemt, ‘een van de meest uitgebreide en conserverende welstandsnota’s uit het hele land’, verdween in de prullenbak. Hij schreef een nieuwe: veel dunner, opener van karakter en simpeler van opzet. En hij richtte de ‘kwaliteitsketen’ in. De ruimtelijke kwaliteit komt vanaf de beginfase (bij het maken van een stedenbouwkundig plan, het definiëren van de bouwopgave en de architectenkeuze) en gedurende het gehele proces aan de orde. De welstandscommissie adviseert over bouwplannen én over stedenbouwkundige plannen, inrichtingsplannen openbaar gebied en bestemmingsplannen.

In zijn afscheidswoord tot de gemeenteraad maakt Patijn behartenswaardige opmerkingen over het belang van de onafhankelijkheid van de adviseur en zijn rolopvatting. Een stille, dienstbare diplomaat is veel effectiever dan een straatvechter op de barricade. Wie zich te veel poneert wordt in de ambtelijke organisatie beschouwd als een ‘te nemen hindernis’ - een dodelijke positie voor een adviseur zonder macht. Gezag verwerft de Nederlander niet op grond van hiërarchie en autoriteit, maar door superieure expertise en een dienstbare houding. Het moet dus louter gaan om de inhoud, waarbij de vragensteller het gesprek verrijkt verlaat. En juist dáárom, zegt Patijn, is de onafhankelijke rol zo belangrijk. Opdat het niet gaat om je plaats in de pikorde, of je procedureel juiste rolopvatting, maar louter om wat je inhoudelijk te melden hebt.


FtC | december 2017
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:

http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit