Welstandsloos bouwen zelden serieus geëvalueerd

Geen 'grote ongelukken' in Hoogeveen (foto Nota Ruimtelijke Kwaliteit Hoogeveen)

Systematische kennis over welstandsloos bouwen ontbreekt. Er zijn geen cijfers over omvang en er is amper kwalitatief onderzoek naar de effecten van het bouwen zonder welstand. Op een enkele witte raaf na (Zaanstad en Berkelland) is de evaluatie van welstandsloos bouwen door gemeenten bedroevend.

Onlangs besloot de gemeenteraad van Hoogeveen een groot deel van de gemeente welstandsloos te verklaren. Een recente evaluatie van een proef met bouwen zonder welstandsoordeel zou namelijk positief zijn verlopen.
Bij de raadsstukken die ten grondslag lagen aan dit besluit ontbrak de evaluatie. Omdat we benieuwd waren naar de inhoud, vroeg de Federatie het stuk bij de gemeente op. Na enige vertraging kregen we een evaluatie toegestuurd uit 2014. In dat jaar werd een beperkt experiment met welstandsloos bouwen verlengd, omdat een evaluatie na een jaar eigenlijk te kort was. Een recenter stuk was er niet.

'Goede' indruk
En wat wees de proef met welstandsvrij bouwen na een jaar uit? Dat het een groot succes was.  Voor vergunningaanvragen die niet aan de welstandscommissie voorgelegd worden, is immers ook geen welstandsadvies afgegeven. Het doel, minder welstandsadviezen, is zowaar bereikt.

Maar het effect op de ruimtelijke kwaliteit dan? Dát is toch wat je weten wilt? Of de tevredenheid van de Hoogeveners? Nou, Hoogeveen niet. Er staat een opmerkelijke zin in de nieuwe welstandsnota: ‘Conclusie is nog steeds dat zich geen grote “ongelukken” hebben voorgedaan’. Dat is niet onderzocht; het is de indruk van de auteur van de beleidsnotitie. Hij heeft namelijk van ‘grote ongelukken’ niets vernomen.

Logisch
De ‘evaluatie’ van het welstandsloos bouwen in Hoogeveen is extreem onzorgvuldig, maar geen uitzondering. Nog een voorbeeld.
De gemeente Giessenlanden schaft in 2013 het welstandsbeleid af. Na anderhalf jaar werd de ‘Notitie evaluatie welstandsvrij bouwen’ naar de gemeenteraad gezonden. Ook hier is het beleid een groot succes. De taakstellende opdracht om 200 ambtelijke uren te bezuinigen is namelijk gehaald. Logisch. De opdracht was om 200 uren te bezuinigen en men schatte daarom de ambtelijke capaciteit rond de welstandsadvisering in op 200 uur. Ook hier weet de opsteller van de notitie, zonder nader onderzoek, dat ‘burgers en bedrijven goed omgaan met de vrijheid die ze hebben’.

Geen gegevens
Sinds Boekel in 2004 weigerde een welstandsnota op te stellen, en daarmee de eerste welstandsloze gemeente werd, heeft een beperkt aantal gemeenten dat voorbeeld gevolgd.

We gebruiken in dit artikel de term ‘welstandsloos bouwen’ en niet de kwalificatie ‘welstandsvrij’. Welstandsvrij bouwen suggereert dat bewoners ergens van bevrijd worden, maar men is ook ‘vogelvrij’, zonder welstand geen bescherming tegen wilde plannen van buren.

Er bestaat geen gedegen cijfermatig onderzoek naar het welstandsloze bouwen in Nederland. Een inventarisatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit levert slechts vijf geheel welstandsloze gemeenten op: Beverwijk (N-H), Boekel (N-B), Giessenlanden (Z-H), Houten (U) en Oisterwijk (N-B).
Ongeveer evenveel gemeenten beperken de welstandsbeoordeling tot beschermde stads- en dorpsgezichten, zoals Woudrichem, Marum en De Wolden. Uit gegevens van de regionale welstandsorganisaties, die in ongeveer 70% van de gemeenten de welstandsadvisering verzorgen, blijkt dat een ruime meerderheid van de gemeenten geen welstandsloze gebieden heeft. Het ‘Boekelse model’ heeft beslist geen school gemaakt.

Een gedetailleerder inzicht in de keuzes van gemeenten tussen alles of niets is ondanks intensieve zoeksessies op internet en in gemeentelijke informatiesystemen niet te maken. De gegevens zijn niet voor handen.

Witte raaf
Over het effect van welstandsloos bouwen op de ruimtelijke kwaliteit, op de snelheid van vergunningverlening of op de tevredenheid van de bewoners is ook weinig bekend.

Maar daar kan verandering in komen, want we troffen twee praktijken aan die als goede voorbeelden voor de collega-gemeenten kunnen fungeren. Het eerste is de gemeente Berkelland, waar de evaluatie weliswaar is uitgevoerd door ambtenaren, maar waar wel wordt gemeten met heldere, vooraf opgestelde criteria.

De gemeente Zaanstad is helemaal een witte raaf: ook daar zijn vooraf evaluatie-criteria opgesteld, er worden voortdurend empirische gegevens verzameld en alle vergunde bouwplannen in het welstandsloze gebied worden voor de duur van het experiment (vier jaar), achteraf toch op welstandsaspecten beoordeeld. Het doel daarvan is om uit te zoeken of de welstandsloosheid leidt tot andere ontwerpen.
Het experiment is nog niet klaar, het wordt voor de raadsverkiezingen afgerond, maar uit tussentijdse rapportages kan voorzichtig worden geconcludeerd dat mensen hun gedrag niet veranderen, er worden geen extremere plannen ontwikkeld.
Net als in de rest van Zaanstad is bij ongeveer een kwart van de gevallen in het welstandsloze gebied de corrigerende hand van de welstandscommissie wenselijk om de kwaliteit op het redelijke niveau te brengen. Maar die hand blijft in het welstandsloze gebied achterwege.

Welstandsloze opbouw in Amstelveen

Toch maar niet
Sporadisch keren gemeenten terug op hun welstandsloze schreden: dan wordt een gebied opnieuw onder de welstandsadvisering gebracht, omdat de deregulering niet gebracht heeft wat men ervan verwachtte.
Anekdotisch in dit verband is de gemeente Margraten, waar een tijdje gewerkt is met een variant van het Boekelse model: projecten die ontworpen zijn door een erkende architect, werden in Margraten niet aan de welstandscommissie voorgelegd. Achteraf bleek dat niet te leiden tot meer architecten-plannen, en overigens vond men de kwaliteit van de bouwkundige tekenbureaus in Limburg ook heel hoog. Anderzijds bleek dat een bepaalde architect zijn handtekening zette onder een plan dat duidelijk niet door hem getekend was.

Een enkele gemeente brengt in kaart hoeveel de bewoners nu besparen door het welstandsloze beleid. Het antwoord is ontnuchterend. In Berkelland bespaart de vergunningaanvrager gemiddeld 48 euro, in Giessenlanden gemiddeld zo’n 50 euro.

De belangrijkste conclusie uit onze zoektocht op internet en rondgang langs regionale welstandsorganisaties is dat we verdraaid weinig weten. Er is grote behoefte aan zowel empirisch als kwalitatief onderzoek naar het effect van welstandsloos bouwen op de ruimtelijke kwaliteit, op de bouw- en ontwerppraktijk en op de tevredenheid van bewoners.


Leren van Berkelland, Winterswijk en Zaanstad

Een goede evaluatie van welstandsloos bouwen begint met een goede argumentatie onder het beleid.

Bij de keuze voor welstandsloos bouwen zagen we diverse argumenten genoemd: deregulering, bezuiniging op het ambtelijk apparaat, de samenleving zelf verantwoordelijk maken voor ruimtelijke kwaliteit, uitlokken van vernieuwende architectuur, ‘ betutteling’  beëindigen.
Een helder doel leidt tot een heldere vraagstelling in de evaluatie. Dat neemt niet weg dat in de evaluatie-criteria uiteraard onderzocht moet worden welke neven-effecten het besluit had, want ook al wordt het hoofddoel bereikt
(‘inderdaad wordt nu niet meer over welstand geadviseerd, doel bereikt’ ) de onbedoelde effecten van het beleid kunnen ongewenst zijn.

  • benoem het doel van welstandsloos bouwen
  • bepaal een redelijke experimenteerperiode, bijvoorbeeld vier jaar voor bestaande wijken en twee jaar voor een nieuwbouwwijk met particulier opdrachtgeverschap
  • bepaal vooraf de evaluatiecriteria en de manier van evalueren
  • laat het onderzoek bij voorkeur uitvoeren door een onafhankelijke partij, maar met nauwe betrokkenheid van zowel de ambtelijke afdeling als de welstandscommissie of regionale welstandsorganisatie
  • richt de evaluatie zo in dat de uitkomst kan helpen om welstandsbeleid onder de Omgevingswet vorm te geven
  • houd gedurende de looptijd van het onderzoek de vinger aan de pols: leg de vergunningaanvragen in een schaduwprocedure voor aan de welstandsadviseurs
  • houd diepte-interviews met betrokkenen: aannemers/tekenbureaus, architecten, opdrachtgevers, omwonenden
  • onderzoek of er vaker of juist minder vaak gekwalificeerde architecten worden ingeschakeld
  • bezoek de welstandsloze wijk met leden van de gemeenteraad en leden van de welstandscommissie en bespreek de reacties

FtC | oktober 2017
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:

http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

.

 

 

 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit