Zus of zo

Doe je het zus of doe je het zo, dat kan nogal verschil maken. Daarvoor kijken we naar recent beleid in twee gemeenten, beide rijk bedeeld met fraaie landschappen.

De gemeente De Wolden, ten westen van Hoogeveen, overwegend boerenland met een aantal kernen, is onlangs op een paar plukjes na welstandsvrij verklaard. Een landschap als het Reestdal, een van de allermooiste landschappen van Nederland, valt dan nog net onder welstand, maar wie de kaart bekijkt die bij de gemeentelijke brochure gaat, ziet dat dit oude land met zijn specifieke verkavelingen niet meer onderdeel is van gemeentelijk ruimtelijk beleid, maar proefveld wordt voor de burger. Welstand in De Wolden heet de brochure, die de verantwoordelijkheid voor de publieke schoonheid neerlegt bij de bewoners en private investeerders.

Wethouder Ten Kate is erg trots en motiveert dit beleid met de geijkte woorden over het grote voorbeeld Boekel, deregulering, meer zeggenschap van de burger, de mogelijkheid snel omgevingsvergunningen te kunnen geven, enzovoort. In de brochure van BügelHajema Adviseurs worden de bewoners van De Wolden gevraagd zich verantwoordelijk te gedragen. Ze worden opgeroepen hun omgeving in ogenschouw te nemen. Ze krijgen foto’s en tekeningen onder ogen van mooie landschappen en verbouwde boerderijen, ze krijgen tips hoe ze een dakkapel op hun huis moeten zetten, of een aanbouw realiseren. Ze krijgen websites aangereikt en telefoonnummers om een keukentafelgesprek te voeren. Bij elk hoofdstuk staat de enthousiaste oproep: Wat kan ik zelf doen? Maar wie houdt in hemelsnaam de regie, het vogelperspectief over al deze bezigheden van burgers in het ruimtelijk domein? Wat als die burgers geen zin hebben zich verantwoordelijk te gedragen? Als je van mening bent dat de landschappen van De Wolden ten principale toebehoren aan alle burgers van Nederland, niet alleen aan de burgers van De Wolden, dan heb je daar als gemeente verantwoordelijkheid voor te nemen, regie over te voeren en vooral zorg te dragen dat, wat jou voor een bepaalde periode is toevertrouwd, goed wordt doorgegeven. Want De Wolden moet langer mee dan de wethouder.

 

Over naar de gemeente Lopik. In het tijdschrift Landwerk wordt wethouder Gerrit Spelt geïnterviewd. Hij stelt dat het bestemmingsplan er is om ruimte te geven voor ontwikkelingen die je goed vindt, en dat je moet verbieden wat je als gemeente per se niet wilt. Om te weten wat goed is, moet je afgaan op je ‘boerenverstand’, zegt de wethouder. Je moet dus zo goed mogelijk, zo interpreteer ik zijn woorden, je kennis van dit moment benutten en afgaan op je gezonde verstand en intuitie. Wethouder Spelt streeft naar zoveel mogelijk overleg aan de keukentafel, en vanwege die prachtige linten en dat mooie buitengebied zit daar de ervenconsulent bij. Als je als burger meer wilt of iets anders dan het bestemmingsplan toelaat, kan dat daar besproken worden. En de wethouder zegt dat het werkt: burgers voelen zich steeds meer betrokken, snappen waarom die afweging is gemaakt, krijgen er iets voor terug
(zoiets als zelfrespect, stel ik me voor) en hebben minder neiging te gaan klagen en bezwaar maken.

De wethouder moet dus vaak naar de provincie om de wijzigingen voor te leggen en nu komt misschien wel het interessantste deel van het interview: de wethouder is bang dat er als gevolg van dit heen en weer gereis een globale structuurvisie of bestemmingsplan door de provincie wordt aangeraden, maar daar is hij nu juist mordicus tegen. Hij vindt namelijk dat het bestemmingsplan zo consequent en streng mogelijk moet zijn, zodat afwijkingen super beredeneerd en gemotiveerd moeten worden in dat overleg aan de keukentafel, om, aldus Spelt, ‘een extra slag te maken in de ruimtelijke kwaliteit’.

In het hele interview geen enkel politiek-modieus gepapagaai over deregulering en dat de burger zelf wel in staat is ruimtelijke kwaliteit te beoordelen, zoals de wethouder in De Wolden doet, die zijn gemeente op een paar stukjes na welstandsvrij heeft gemaakt en daar apetrots op is. De wethouder in Lopik wil juist niet loslaten, maar mensen dwingen om over ruimtelijke kwaliteit na te denken en ze daartoe uit te nodigen. En zijn stelling is dat je dat niet alleen kunt - of moet - willen, maar dat je dat samen met anderen moet doen. Zo wordt je als burger medeverantwoordelijk voor het hele grondgebied, en ben je niet alleen maar gericht op je eigen territorium, met het daarbij behorende territoriumgedrag. Wat een prima wethouder, die in Lopik, en wat een verfrissend, toekomstgericht verhaal. (GtC)

Info: brochure De Wolden, uitg. gemeente De Wolden ism BügelHajema Adviseurs, mei 2013. Landwerk, nr. 2 (mei 2013).

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit