ArchiefPersberichten

Hieronder treft u de oudere persberichten van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en haar rechtsvoorganger, de Federatie Welstand. Lees hier de meer recente persberichten

Welstandscommissie blijft nog even verplicht.

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 18-01-2012

Bouwaanvragen moeten nog zeker een jaar worden voorgelegd aan de welstandscommissie of een gemandateerd lid daarvan. Het ministerie van Binnenlandse Zaken streeft ernaar om de regels per 1 januari 2013 zodanig te wijzigen, dat daarna niet meer in alle gevallen de onafhankelijke, openbare welstandscommissie hoeft te worden ingeschakeld. De gemeente kan er vanaf dat moment voor kiezen om bepaalde plannen door de eigen ambtenaren te laten beoordelen op de welstandseisen.

Op dit moment eist de wet nog dat alle vergunningsaanvragen voor verbouwingen en nieuwbouw op de uiterlijke kwaliteit beoordeeld worden door de welstandscommissie. Die commissie onderzoekt of het bouwplan wel past bij de welstandseisen die de gemeente voor het betreffende gebied heeft opgesteld.
Voor kleinere plannen of veel voorkomende verbouwingen is het meestal niet nodig om de voltallige commissie in te schakelen. Zulke plannen kunnen ook door één gemandateerd lid van de commissie worden beoordeeld, en in verreweg de meeste gemeenten gebeurt dat ook.
Tot de invoering van de Wabo, op 1 oktober 2010, was het ook mogelijk dat ambtenaren, op basis van de sneltoetscriteria uit de welstandsnota, een welstandsoordeel afgaven voor licht-vergunningplichtige plannen. Sinds de Wabo is dat niet meer toegestaan, maar een aantal gemeenten is toch doorgegaan met ambtelijke welstandstoetsing. Om te voorkomen dat er juridisch gedoe ontstaat rond zulke onbevoegd gegeven welstandsoordelen, adviseert de Federatie Welstand om deze welstandsoordelen alsnog naderhand door de welstandscommissie te laten bevestigen. In het blad ‘bouwregels in de praktijk’ van december 2011 wordt op deze werkwijze een nadere toelichting gegeven. Het artikel is ook te lezen op de site van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht.

Op de wat langere termijn zal de beoordeling van redelijke eisen van welstand worden opgenomen in de Omgevingswet. Die wet betekent een grondige wijziging van de manier waarop de regels voor ruimtelijke ordening, milieu, natuur en bouwen worden toegepast. Het duurt nog een aantal jaren voordat duidelijk wordt hoe de welstandsbeoordeling in de Omgevingswet zal worden opgenomen.

Willekeur dreigt bij welstandstoets

PERSBERICHT Federatie Welstand
23-11-2011

Het welstandsoordeel over bouwplannen wordt speelbal van politieke willekeur. Die waarschuwing geeft de Federatie Welstand bij het kabinetsplan om welstandscommissies facultatief te maken. In de toekomst mag de wethouder zelf bepalen of hij een advies inwint van een onafhankelijke welstandscommissie. Nu is zo’n onafhankelijk advies nog verplicht.

In het plan van het kabinet blijft het verplicht om voor bouwplannen een welstandstoets te doen. Het enige dat verandert is dat niet meer per se een onafhankelijke welstandscommissie of stadsbouwmeester hoeft te worden geraadpleegd. Ook ambtenaren mogen straks een welstandsoordeel vellen.
De Federatie Welstand wijst er op dat acht jaar geleden, juist uit kritiek op de vermeende willekeur van welstandscommissies, de welstand ingrijpend  is gemoderniseerd. Er wordt openbaar vergaderd, de commissie legt over de adviezen verantwoording af aan de gemeenteraad, en de leden zijn onafhankelijk: er spelen geen andere belangen een rol dan alleen de kwaliteit van het bouwplan in relatie tot de omgeving.
Die werkwijze is bevredigend – hetgeen ook blijkt uit de evaluatie van deze wetswijziging. Flip ten Cate, directeur van de Federatie Welstand: “Ik begrijp niet voor welk probleem dit kabinetsplan een oplossing is. Overigens zal binnenkort het gehele wettelijke stelsel voor bouw- en milieuvergunningen op de schop gaan (volgend jaar wordt de nieuwe Omgevingswet verwacht); het is onduidelijk waarom op dit ondergeschikte punt nu al op die wetswijzigingen vooruitgelopen wordt”.
Kosten worden door dit kabinetsplan niet of nauwelijks bespaard. De ambtenaren die straks het werk moeten gaan doen van de welstandscommissies moeten immers geschoold worden, en ze moeten net als de commissies uit de bouwleges worden betaald door de individuele aanvragers.

De Federatie Welstand is niet principieel tegenstander van ambtelijke welstandsbeoordeling, maar alleen onder een aantal randvoorwaarden. Zo moet de onafhankelijkheid zijn  gewaarborgd – de betreffende ambtenaar moet werken onder eindverantwoordelijkheid van een onafhankelijke instantie, en niet door politieke belangen of bedrijfsbelangen worden beïnvloed. Ook moeten eigenaren en ontwerpers het recht hebben om hun plan voor te leggen aan een onafhankelijke en deskundige commissie, om te voorkomen dat oude conflicten met de toetsende ambtenaar de beoordeling van het nieuwe plan beïnvloeden. Ook zou niet de wethouder, maar de gemeenteraad moeten bepalen in welke gevallen het oordeel van de welstandscommissie achterwege kan blijven.
De Federatie Welstand wil samen met de VNG en de vereniging van ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht deze uitwerkingen van het kabinetsplan.

Lees ook het COMMENTAAR van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland

Draagvlak voor welstandszorg groot

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 01-09-2011

De welstandscommissies in Nederland doen belangrijk werk, en ze doen hun werk over het algemeen goed. Dat vindt de overgrote meerderheid van de mensen die met de welstandscommissie te maken krijgen. De Federatie Welstand deed onderzoek onder architecten en bewoners naar hun opvattingen over het welstandsadvies.

Tachtig procent van de mensen die hun bouwplan laten beoordelen vinden het belangrijk dat er gelet wordt op de kwaliteit van hun woonomgeving. Evenveel mensen vinden dat de commissie goed moet letten op de kwaliteit van het centrum. Een iets kleinere groep vindt het belangrijk dat de commissie aandacht besteedt aan de kwaliteit van het buitengebied (76 %) en aan de kwaliteit van bedrijventerreinen (62 %).

De groep mensen die welstandsadvisering volstrekt onbelangrijk vindt is verwaarloosbaar klein: slechts twee procent (als het over de eigen woonomgeving gaat) tot vijf procent (in het geval van de bedrijventerreinen).
Ook zijn de geënquêteerde bezoekers aan de welstandscommissie  over het algemeen te spreken over de manier waarop hun plan behandeld wordt. Ze geven de commissie het rapportcijfer 8 voor de manier waarop het werk wordt gedaan. De bewoners en architecten vinden dat er voldoende ruimte is voor overleg en inspraak en ook over de snelheid van de besluitvorming zijn de bezoekers tevreden.

Natuurlijk wilde de Federatie Welstand weten of mensen die teleurgesteld moesten worden omdat hun bouwplan niet aan de welstandseisen voldoet, veel negatiever oordelen over het nut van de welstandsadvisering en de behandeling door de welstandscommissie. Dat bleek tot onze eigen verrassing niet zo te zijn.  Ook al kregen ze een negatief welstandsadvies, ze vinden welstandszorg net zo belangrijk (79%) als de anderen, en ze vinden dat ze voldoende gelegenheid kregen om over hun plan met de commissie in gesprek te gaan.

In Nederland wordt elk bouwplan voorgelegd aan één of meer leden van de gemeentelijke welstandscommissie. Dat is een commissie van onafhankelijke experts en burgers, die beoordelen of het ontwerp voldoet aan de criteria die de gemeente daarvoor heeft geformuleerd. Die welstandscriteria staan in de gemeentelijke welstandsnota. Uit het onderzoek van de Federatie Welstand blijkt dat de informatie over de criteria verbeterd kan worden. De Federatie stimuleert gemeenten om de welstandscriteria met de toelichting die erbij hoort op Internet te plaatsen.

Het onderzoek werd in 2009 uitgevoerd onder 327 bezoekers aan welstandsvergaderingen in Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland. 44 van hen kregen te horen dat hun plan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, en dat ze dus geen bouwvergunning kunnen krijgen. Dat is een vrij hoog percentage, veroorzaakt door het feit dat in de vergaderingen van de plenaire welstandscommissie alleen de complexe plannen worden behandeld met een grote impact op de openbare ruimte, en de omstreden plannen die naar het oordeel van het gemandateerde lid van de commissie niet zonder een bespreking in de voltallige commissie van een positief advies kunnen worden voorzien. Verreweg de meeste bouwplannen worden snel en efficiënt door één of enkele gemandateerde leden van de welstandscommissie afgehandeld. In totaal krijgt zo’n 95 procent van de bouwplannen een positief oordeel, soms na uitgebreide discussie en wijziging van het eerste ontwerp.

Het onderzoek weerspreekt de veel gehoorde opvatting dat welstandszorg betuttelend, bureaucratisch en uit de tijd zou zijn.
Het onderzoek bevestigt daarmee de resultaten van ons eerdere klanttevredenheidsonderzoek uit 2006 en van enquêtes, uitgevoerd door het ministerie van VROM (gehele bevolking) en door Architectuur Lokaal (wethouders).

Lees het hele persbericht, incl. grafieken en cijfers hier


Leen Verbeek voorzitter Federatie Welstand

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 30-06-2011

Leen Verbeek is de nieuwe voorzitter van de Federatie Welstand.
Verbeek (1954) is Commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland. Als voorzitter treedt hij in de voetsporen van mr. Geert Jansen, oud-CdK in Overijssel, die zeven jaar voorzitter is geweest. Leden en bestuur zien met vertrouwen de samenwerking met Verbeek tegemoet.

Leen Verbeek geeft al vele jaren blijk van zijn grote belangstelling voor ruimtelijke kwaliteit. Hij was als wethouder in Houten (1990-1994) bestuurslid van de toenmalige provinciale Utrechtse Welstandscommissie, en later als burgemeester van Purmerend (2003-2008) bestuurde hij WZNH, organisatie van adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit. Op 1 juli 2011 reikt hij in Purmerend de Arie Keppler-prijs uit, de prijs voor het beste bouwplan in de provincie Noord-Holland.

De Federatie Welstand heeft met respect en dankbaarheid Geert Jansen bedankt voor de jaren van zijn voorzitterschap. Jansen heeft beminnelijk en voortreffelijk leiding gegeven aan bijeenkomsten en activiteiten van de Federatie en achter de schermen van politiek en bestuur op cruciale momenten doorslaggevende werkzaamheden verricht.

Eindhoven wordt tweederangs gemeente

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 19-05-2011

College schrapt kwaliteitsbeleid, inclusief welstand

De gemeente Eindhoven schaft zijn beleid voor ruimtelijke kwaliteit af, inclusief de welstandscommissie en de welstandsnota. Eindhoven kan daardoor niet langer optreden tegen verloedering van de woon- en werkomgeving. Dat zal grote gevolgen hebben voor de waarde van het onroerend goed in de lichtstad, en raakt daarom alle inwoners en ondernemers in Eindhoven rechtstreeks in hun (financiële) belangen.

Het besluit om het kwaliteitsbeleid af te schaffen is afgelopen dinsdag door het college van B&W genomen. Inwoners van Eindhoven en andere belanghebbenden hebben nog enkele weken de gelegenheid om op het voorstel te reageren; in het najaar zal de gemeenteraad (mede op basis van de reacties) besluiten of het plan wordt uitgevoerd.

De Federatie Welstand, de landelijke vereniging van adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit, erkent dat gemeenten het wettelijke recht hebben om kwaliteitsbeleid af te schaffen. ‘Uit het besluit blijkt maar weer eens hoe flexibel de wetgeving met betrekking tot welstandsadvisering in elkaar zit. Elke gemeente kan haar eigen keuzes maken. Het is aan de lokale politiek om te bepalen of die keuzes verstandig zijn,’ aldus Federatie-directeur Flip ten Cate.

De consequentie van het Eindhovense voorstel is dat de gemeente niet meer kan optreden tegen verloedering van de woonomgeving. Oranje gekleurde voorgevels en andere ‘excessen’ zoals slecht materiaalgebruik, verveloze kozijnen, onlogische en onharmonische verhoudingen die de architectuur teniet doen, lelijke bouwsels in voor- en achtertuinen en op de daken: straks kan alles in de vijfde stad van Nederland. Omdat de gemeente niet meer ingrijpt, moeten bewoners op eigen kosten hun buurman voor de rechter dagen als ze denken dat bouwwerken op onrechtmatige manier hun belangen aantasten. Het voorstel verhoogt dan ook het risico op burenconflicten.

Duur plan
Verloedering in de woonomgeving leidt tot waardeverlies en gevoelens van onveiligheid. De neerwaartse spiraal die ontstaat door verwaarlozing van de omgevingskwaliteit kan alleen met zeer kostbare overheidsmaatregelen teruggedraaid worden, zoals bewezen wordt door de miljardeninvesteringen in stadsvernieuwing en de aanpak van de Vogelaarwijken. Met het voorstel van het gemeentebestuur worden alle inwoners van Eindhoven dan ook rechtstreeks in hun (financiële) belangen getroffen.
Eindhoven maakt niet alleen een eind aan het welstandsbeleid, maar trekt bovendien haar beeldkwaliteitplannen in, maakt een eind aan het kwaliteitsteam voor Vinexwijk Meerhoven en schaft het reclamebeleid af. Dat betekent dat er geen gemeentelijk instrumentarium overblijft – óók niet in de beschermde stads- en dorpsgezichten – waarmee de kwaliteit van de bestaande bebouwing kan worden beschermd. Voor een beperkt aantal nieuwbouwgebieden wil Eindhoven nog wel met supervisoren werken aan kwaliteit.
Dit alles zal gevolgen hebben voor de waarde van woningen en bedrijfsgebouwen, voor de aantrekkelijkheid van de stad als vestigingsplaats, voor winkelend publiek en toeristen, en daarmee voor de stedelijke economie. Recent onderzoek van het Centraal Planbureau toont aan dat overheidsinvesteringen in ruimtelijke kwaliteit de stad aantrekkelijker maken, hetgeen onder andere blijkt uit de prijs van een vierkante meter grond.

Tweede welstandsvrije gemeente van Nederland

Eindhoven is de tweede gemeente in Nederland die het welstandsbeleid geheel afschaft. Tot dusverre heeft alleen de gemeente Boekel (Noord-Brabant) geen welstandsbeleid. Wel zijn er veel gemeenten die delen van hun grondgebied welstandsvrij hebben gemaakt – vaak om er met moderne architectuur te kunnen experimenteren. Experimenten met vernieuwende architectuur zijn echter ook goed in te passen in de welstandspraktijk.
Ook Eindhoven heeft eerder enkele wijken welstandsvrij verklaard, maar het college heeft een evaluatie van dat experiment niet willen afwachten. Uit tussentijdse gegevens blijkt dat maar liefst een kwart van de bouwwerkzaamheden in die gebieden de norm van het vroegere kwaliteitsbeleid niet halen. Overigens hebben de bewoners van één van deze voorgestelde welstandsvrije wijken (namelijk de luxe villawijk De Karpen) zich twee jaar geleden met succes verzet tegen dat welstandsvrije experiment.

Omgevingsvergunning: onzorgvuldigheid troef

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 29-04-2011 door Federatie Welstand

Gemeenten hebben huiswerk niet op tijd af

De afgelopen maanden zijn vele honderden vergunningen voor bouwen en milieukwesties van rechtswege verstrekt, zonder dat de belangen van omwonenden konden worden meegewogen. Gemeenten slagen er vaak niet in om binnen de vereiste acht weken al het papierwerk af te ronden. Het gaat niet alleen om kleine verbouwingen, maar ook om asbestverwijdering, om het verbouwen van monumenten en het kappen van grote aantallen bomen. In een Groningse gemeente werd een vergunning van rechtswege gegeven voor de sloop van een hele straatwand van 18 woningen.

Sinds 1 oktober 2010 moeten gemeenten de meeste vergunningen voor bouw en milieu binnen acht weken verstrekken. Als ze hun huiswerk niet op tijd af hebben, dan worden deze zogenoemde omgevingsvergunningen ‘van rechtswege’ verleend, zonder dat al het onderzoek voltooid is en voorwaarden konden worden gesteld.
Bij vergunningen van rechtswege kan de gemeente niet de belangen van omwonenden of van het milieu meewegen: het werk mag worden uitgevoerd zoals het is aangevraagd. Juist die belangenafweging is de essentie van de vergunningverlening; vergunningen worden immers alleen verleend wanneer die belangen niet onevenredig worden geschaad, zoals bijvoorbeeld de beeldkwaliteit van de leefomgeving. Bij deze omgevingsvergunningen van rechtswege, zijn de belangen van de buren niet meegewogen, maar ook de kwaliteit van de buurt niet, noch het milieubelang of het behoud van beschermde monumentale waarden aan een gebouw.
Niet alleen gemeenten gaan in de fout: ook de provincies en de rijksoverheid halen niet altijd de termijnen. De minister van Milieu en Infrastructuur (Melanie Schultz) is verantwoordelijk voor de omgevingsvergunningen van Defensie: zij heeft onder andere een vergunning voor asbestverwijdering van rechtswege moeten verlenen.
Overheden zijn verplicht om te publiceren dat een vergunning van rechtswege is verleend, omdat belanghebbenden de gelegenheid moeten hebben om bezwaar te maken. Die publicatieplicht is soms een probleem: als de vergunningsaanvraag zoek geraakt is, weet niemand meer wanneer de termijn verstreken is. Misschien is dat de reden dat de gemeente Baarn pas in maart bekend maakte dat in januari een vergunning van kracht werd waarmee een advocaat, in strijd met het bestemmingsplan, in een woonhuis zijn kantoor mocht beginnen. Overigens hebben de onderzoekers de indruk dat lang niet altijd voldaan wordt aan die vergunningplicht, laat staan dat steeds expliciet vermeld wordt dat een vergunning van rechtswege is verleend.

Het onderzoek van de Federatie Welstand betrof 41 gemeenten, een provincie en een ministerie, waarbij tussen januari en eind april 111 vergunningen van rechtswege zijn verstrekt. Aangezien het om ongeveer tien procent van de gemeenten gaat, moeten er de afgelopen maanden in het Nederland vele honderden vergunningen van rechtswege zijn afgegeven.

Het rapport is voor leden van de Federatie Welstand opvraagbaar via info@fw.nl

Monumenten door rijksbeleid in gevaar

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 28-01-2011 door FtC

Nieuwe regels in de monumentenzorg verhinderen gemeenten om een soepel, slagvaardig en gebiedsgericht monumentenbeleid beleid te voeren. Tientallen gemeenten en de belangrijkste particuliere organisaties uit de Monumentenzorg hebben de Tweede Kamer reeds gewaarschuwd dat de voorstellen een bedreiging betekenen voor eeuwenoude gebouwen en gebieden. De Kamer vergadert op 31 januari over dit onderwerp. Ook de Federatie Welstand maakt zich zorgen.

Keurtuinen

De tuinen van de Heren-, Keizers en Prinsengracht in Amsterdam zijn nu nog fraai en groen. Dat komt doordat een ‘keur’ uit de zeventiende eeuw het bouwen van tuinhuisjes en schuren daar verbiedt. Die keur is opgevolgd door een verordening, door de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht en sinds kort is de grachtengordel zelfs door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Werelderfgoed. De nieuwe rijksregel maakt nu een einde aan dat vier eeuwen oude beleid: in elke achtertuin mag een loods van 30 m2 worden gebouwd, plus een aanbouw van 2,5 meter aan de bestaande achtergevel. Dat kan de gemeente niet meer tegenhouden. Ook mogen er zonder vergunning dakkapellen worden geplaatst en zonnepanelen op die grachtenpanden.
Dat geldt niet alleen voor de Amsterdamse keurtuinen, maar voor alle 400 beschermde stads- en dorpsgezichten. Dit beleid treft de historische stadscentra, de mooie dorpjes en oude arbeiderswijken waarin de typisch Nederlandse cultuurgeschiedenis nog ongerept wordt bewaard.

De vermindering van regels is een van de drie maatregelen die het kabinet voorstelt in de Monumentenzorg. De andere twee zijn: gebiedsgerichte monumentenzorg, een manier om niet alleen de gebouwen, maar ook hun omgeving te beschermen zodat bijvoorbeeld voorkomen wordt dat flatgebouwen de wind wegnemen van oude molens en zodat het vrije schootsveld bij de Hollandse Waterlinie ook inderdaad onbebouwd kan blijven. En de laatste pijler is de herbestemming van oude gebouwen. Het gaat dan oom een nieuwe toekomst voor oude kerken, kloosters, fabrieken en postkantoren die hun functie verliezen.
Dat zijn hele goede ideeën. De monumentenorganisaties juichen de modernisering ook toe, maar ze maken bezwaar tegen de manier waarop de regering er invulling aan geeft. In plaats van de eigenaar van een monument te helpen om zijn gebouw van binnen en van buiten verantwoord en met zo min mogelijk regels te onderhouden en gebruiken – geen vergunning als dat niet nodig is, bijvoorbeeld – moet de gemeente, op last van het rijk, het loket sluiten. De eigenaar moet zelf maar uitzoeken wanneer hij zijn monument in gevaar brengt, de overheid geeft niet thuis. Maar indien er per ongeluk monumentale onderdelen worden beschadigd of vernietigd, dan is er wel sprake van een wetsovertreding, met alle gevolgen van dien. Dat is niet alleen onbehoorlijk naar de eigenaar en de samenleving, het is bovendien in strijd met de Monumentenwet, die nu juist de verantwoordelijkheid voor monumenten bij de gemeente neerlegt.
Door de achterzijde van beschermde stads en dorpsgezichten niet langer te beschermen, door toe te staan dat eeuwenoude onderdelen van gebouwen vervangen worden door gloednieuwe (zolang ze er maar oud uitzien…) reduceert het kabinet de Monumentenzorg tot een toeristische attractie, in plaats van dat erfgoed wordt beschermd omdat het zo oud en uniek is.
De organisaties op het gebied van welstand en monumentenzorg hopen dat de Tweede Kamer ingrijpt voor het te laat is. Zij moeten gemeenten de kans geven om maatwerk te bieden, om monumenteneigenaars met kennis en advies bij te staan en om te voorkomen dat unieke onderdelen van onze geschiedenis bij het grof vuil belanden.

beschermd dorpsgezicht Schermer na vergunningvrij bouwen

Beschermd dorpsgezicht Schermer, bij Oterleek. Bewerkte foto: de containers worden met het vergunningvrije bouwen mogelijk.

Vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 18-01-2011

Veel bijgebouwen mogen tegenwoordig zonder vergunning worden opgericht. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld bij boerderijen, supermarkten of in kwetsbare woongebieden, kan deze vrijheid leiden tot verrommeling en waardevermindering. De Federatie Welstand heeft in een handreiking en op een website aangegeven met welke instrumenten een gemeente de kwaliteit van de gebouwde omgeving kan bewaken en stimuleren.

Sinds een paar maanden is geen vergunning meer nodig voor het bouwen van een schuur, een serre of een garage. En in veel gevallen ook niet meer voor een dakkapel of een loods bij een bedrijf of winkel. De helft van het aantal benodigde bouwvergunningen is komen te vervallen.
De gemeente controleert van tevoren niet meer of deze vergunningvrije bouwwerken wel brandveilig zijn, of ze niet zullen instorten en of ze geen grote milieubelasting veroorzaken. Ook de regels van het bestemmingsplan en de criteria van het welstandsbeleid worden bij deze vergunningvrije gebouwen niet meer vooraf door de gemeente getoetst.
Het is voortaan de verantwoordelijkheid van de eigenaar om deze regels na te leven. Daarmee zijn ook een aantal risico’s van de gemeente naar de eigenaar verschoven. Bij een calamiteit kan de gemeente niet meer aansprakelijk worden gesteld voor het verlenen van een ondeugdelijke vergunning. Ook aan het uiterlijk van de vergunningvrije gebouwen kan een gemeente geen eisen vooraf meer stellen.

Toch zijn niet alle instrumenten verdwenen, waarmee een gemeente de kwaliteit en veiligheid van de gebouwde omgeving kan waarborgen. In deze handreiking wijst de Federatie Welstand op onvermoede mogelijkheden van het bestemmingsplan, het monumentenbeleid, de welstandsnota en vooral op de waarde van goede communicatie en bouwbegeleiding bij het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit.
Op de website van de Federatie Welstand (www.fw.nl/fwS.php?L3=172) is de handreiking te downloaden, en staan bovendien achtergrondartikelen, modelteksten, samenvattingen van jurisprudentie en goede voorbeelden die onmisbaar zijn in compleet gemeentelijk beleid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Zorgvuldig geformuleerd lokaal beleid voorkomt ongelukken, en dat geldt ook voor ongelukken die het gevolg zouden kunnen zijn van de rijksregels voor vergunningvrij bouwen.

Lees meer: brochure vergunningvrij bouwen en ruimtelijke kwaliteit

Veel meer bouwwerken vergunningvrij

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 01-04-2010

Met de publicatie van het Besluit Omgevingsrecht is het aantal bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning meer nodig is fors uitgebreid. Calculaties van het ministerie van VROM geven aan dat het aantal bouwaanvragen hierdoor met ruim 50% zal verminderen. Voortaan zijn niet alleen bij woningen, maar overal de bijgebouwen en uitbreidingen (binnen bepaalde grenzen) vergunningvrij. Ook supermarkten, kantoren, horeca, bedrijfsgebouwen, scholen en boerderijen mogen zonder bouwvergunning hun panden uitbreiden en opslagruimtes of loodsen bijbouwen.

Bij globale bestemmingsplannen die nog veel bouwruimte mogelijk maken, kan deze hele bouwruimte zonder nadere (bouw-)vergunning worden bebouwd. Dat betekent dat de gemeente voortaan niet meer toetst of deze bouwwerken voldoen aan de regels voor constructie-veiligheid, brandveiligheid, energiebesparing, of aan welstandseisen en evenmin aan het bestemmingsplan. De regels blijven wel bestaan, maar het is de verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers om ze na te leven. Bij overtreding van de regels kan de gemeente handhavend optreden - in het uiterste geval kan dat sloop van het bouwwerk betekenen.
De Federatie Welstand vindt het onjuist dat de rijksoverheid ingrijpt in de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor ruimtelijke kwaliteit. Gemeenten maken zorgvuldige afwegingen in bestemmingsplannen en welstandsnota's over de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Die kwaliteit verschilt van plaats tot plaats en dat betekent dat de gemeenten op de ene plaats zorgvuldiger moeten omspringen met bebouwing, dan op de andere plaats. Die zorgvuldigheid wordt met deze landelijk uniforme regels doorbroken. De Federatie Welstand vreest dat de verruiming van het vergunningvrij bouwen in bepaalde situaties zal leiden tot verrommeling en verwacht een toename van burenruzies.

De nieuwe regels worden van kracht op het moment dat de Wet Omgevingsvergunning in gaat, naar verwachting 1 juli 2010.

Zie over dit onderwerp ons Dossier Vergunningvrij Bouwen

Wabo in Eerste Kamer aanvaard

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 23-03-2010 door FtC

De Eerste Kamer heeft vanmiddag zijn goedkeuring verleend aan de invoeringswet Wabo (Algemene Bepalingen Omgevingsrecht).

Dat betekent dat de wet nog voor 1 april gepubliceerd kan worden en in principe op 1 juli aanstaande van kracht zal worden. Zowel de minister als de Eerste Kamer houden echter nog een slag om de arm. Indien de ICT, die benodigd is om een digitale vergunningsaanvraag te kunnen ontvangen en behandelen, niet tijdig gereed is, dan zal de invoering worden uitgesteld. Er zijn diverse signalen dat het inderdaad niet zal lukken om de ICT tijdig gereed te hebben. De minister van VROM, Tineke Huizinga, heeft beloofd uiterlijk half mei duidelijk te maken of de omgevingsvergunning per 1 juli kan worden ingevoerd.

Met de nieuwe wet worden talrijke, nu gescheiden vergunningsstelsels in één systematiek samengevoegd. Een initiatiefnemer hoeft voor één project nog maar één vergunning aan te vragen. Die ene aanvraag wordt vervolgens getoetst aan alle toepasselijke wetten en regels (zijvoorbeeld milieuwetten, bouwregels, kapvergunningen of ontgrondingen), en leidt tot één beschikking. Wanneer één van de onderliggende regels, zoals bijvoorbeeld de monumentenwet,  problemen oplevert, dan wordt de vergunning niet verleend.
Het is voor initiatiefnemers toegestaan om deelvergunningen aan te vragen. Indien er bijvoorbeeld geen zekerheid bestaat over de vraag of voor een bepaald project een milieuvergunning zal worden verleend, kan eerst op dat deel een vergunning worden aangevraagd, voordat het bouw-deel door een architect wordt uitgewerkt.

vergunningvrij bouwen

Met de Wabo wordt ook het aantal vergunningvrije bouwwerken sterk uitgebreid. In het Besluit Omgevingsrecht (BOR), dat tegelijk met de Wabo gepubliceerd zal worden, wordt minutieus geregeld voor welke categoriën bouwwerken straks geen omgevingsvergunning meer nodig is. Zolang het BOR nog niet gepubliceerd is, blijft onduidelijk wat er nu precies gaat veranderen. In grote lijnen is echter duidelijk dat de huidige lijst van vergunningvrije bouwwerken in elk geval blijft bestaan: die aanbouwen en schuurtjes tot maximaal 30 m2 mogen op het achtererf van een woning gebouwd worden, zelfs als dat in strijd is met het bestemmingsplan.

In veel gevallen staat het bestemmingsplan echter een meer bouwruimte toe. In veel bestemmingsplannen is bepaald dat een bepaald percentage van het achtererf bebouwd mag worden, ook bij bedrijfsgebouwen. Voor dat bouwen op het achtererf is, binnen de grenzen van het bestemmingsplan en tot een maximale hoogte van 5 meter, straks geen omgevingsvergunning meer nodig. Dat betekent echter niet dat de bouwregels daarvoor niet meer gelden. Een vergunningvrij bouwwerk in deze categorie moet voldoen aan het Bouwbesluit, de Bouwverordening, het bestemmingsplan, het burenrecht uit het Burgerlijk Wetboek én de criteria uit de welstandsnota. Voortaan is het echter niet meer een ambtenaar en een welstandscommissie die het bouwplan aan die regels toetst, het is de verantwoordelijkheid van de burger/ondernemer zelf om al die regels na te leven. Eerste Kamerlid M. Meindertsma (PvdA) heeft voorgesteld om burgers over al deze regels te informeren via een gemeentelijk BurgerServicepunt.

Lees hier het dossier vergunningvrij bouwen

Gemeente Zaanstad maakt welstand transparant!

PERSBERICHT Federatie Welstand
ZAANSTAD 01-03-2010

Op 18 februari jl. presenteerde wethouder Keijzer de gedigitaliseerde welstandsnota van de gemeente Zaanstad. Daarmee is Zaanstad, na eerdere lanceringen van Stadskanaal en Woerden,  de derde gemeente in Nederland die succesvol het traject WelstandTransparant afrondt. Zaanstad hoort daardoor bij de koplopers die hun welstandsnota digitaliseren volgens de landelijke IMWE standaard en beschikbaar stellen via de Centrale Voorziening Welstand. De gemeente maakt daarmee niet alleen het welstandsbeleid publieksvriendelijk toegankelijk, maar bereidt zich ook voor op integrale raadpleging van bestemmingsplan, cultuurhistorie en welstand in het kader van de Omgevingsvergunning.

De gemeente Zaanstad heeft enthousiast deelgenomen aan de pilotfase van het project WelstandTransparant, met als resultaat een gedigitaliseerde welstandsnota volgens IMWE2008: de landelijke standaard voor de digitalisering van welstandsnota’s. Deze standaard maakt gecombineerde raadpleging uit verschillende beleidsterreinen mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld welstandsbeleid, bestemmingsplan (IMRO) en cultuurhistorische informatie (KiCH) integraal geraadpleegd worden. De opslag van de gedigitaliseerde nota op de Centrale Voorziening Welstand maakt het mogelijk om welstandsinformatie te ontsluiten vanuit verschillende applicaties, zoals een publieksvriendelijke welstandsviewer en een interne GIS-applicatie zonder dat de nota daarvoor op meerdere locaties aanwezig hoeft te zijn. Wijzigingen in de nota zijn daardoor snel en eenvoudig door te voeren.

Zaanstad maakt het door deelname aan WelstandTransparant mogelijk voor burgers, bedrijven en ambtenaren om met een druk op te knop het geldende welstandsbeleid per locatie te bekijken. Transparant welstandsbeleid scheelt frustraties tijdens de toetsingsprocedure, verlicht regeldruk in het kader van Andere Overheid en bevordert de betrokkenheid van burgers en bedrijven bij een aantrekkelijke leefomgeving. Het is dan ook niet voor niets dat deelname aan WelstandTransparant de gemeente punten oplevert op de Overheid.nl Monitor.

De digitale welstandsnota van de gemeente Zaanstad is te vinden via www.welstandsnotas.nl/zaanstad. De landelijke uitrol van het project WelstandTransparant word aangestuurd en deels uitgevoerd door Dorp, Stad & Land adviseurs ruimtelijke kwaliteit. Meer informatie over WelstandTransparant vindt u op www.welstand-transparant.nl

Welstandsnota op internet levert geld op

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 28-01-2010

Digitalisering van het welstandsbeleid volgens het nationale standaardmodel WelstandTransparant levert gemeenten per saldo geld op. Het levert bovendien goodwill en vertrouwen, transparantie, betere dienstverlening, meer begrip en ruimtelijke kwaliteit op, allemaal factoren die niet rechtstreeks in geld zijn uit te drukken. Het vergemakkelijkt het werk van ambtenaren en van de welstandscommissie.
Dat blijkt uit een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA), onlangs uitgevoerd door het ervaren bureau Ecorys.

Digitalisering van de welstandsnota maakt de overheid klantvriendelijk: door het intypen van een adres of het aanwijzen van een gebied op de kaart kan elke burger en elke architect te weten komen welke kwaliteitseisen de gemeente stelt aan het ontwerp. Dat maakt het werk niet alleen efficiënter, het schept bovendien de gewenste duidelijkheid over de welstandstoets. Omdat de nationale standaard gebaseerd is op dezelfde uitgangspunten als de standaarden voor digitalisering van bestemmingsplannen, cultuurhistorie, adresregistratie en dergelijke, is het onderling uitwisselen van deze gegevens niet moeilijk meer. Alle ruimtelijk relevante informatie is dan met één druk op de knop bereikbaar.
De opbrengsten van gedigitaliseerd welstandsbeleid zijn niet enorm. Per saldo levert het digitaliseren van welstandsnota’s voor alle gemeenten tenminste 1,8 miljoen euro op. Dat lijkt weinig, maar bedacht moet worden dat de kosten voor het digitaliseren van welstandsbeleid sowieso niet groot zijn. De landelijke standaard WelstandTransparant is immers reeds ontwikkeld op kosten van de rijksoverheid, regionale welstandsorganisaties en de Federatie Welstand en voor gebruik gereed.

Spring hier naar de webomgeving van Welstand Transparant
Download hier de gehele Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse van Ecorys.

JEF Mühren directeur WZNH adviescommissies

PERSBERICHT Federatie Welstand
ALKMAAR 15-01-2010

Per 1 februari 2010 is drs. ing. JEF Mühren aangesteld als directeur van WZNH, de onafhankelijke provinciale organisatie die voor 41 gemeenten in Noord-Holland adviescommissies inzake welstand, monumentenzorg en ruimtelijke kwaliteit organiseert  .

JEF Muhren, al jaren werkzaam als ruimtelijk adviseur in Noord-Holland, volgt hierbij Noud de Vreeze op die sinds afgelopen zomer werkzaam is als stadsarchitect van Amersfoort. Op het bureau in Alkmaar is de bezetting van de organisatie zodoende weer op sterkte om alle ontwikkelingen rond welstand, monumenten en ruimtelijke kwaliteit op de voet te kunnen volgen en uit te dragen.
JEF Muhren is geboren in 1964 te Alkmaar en opgeleid als sociaal geograaf. Hij heeft zich daarnaast bekwaamd op de werkterreinen planologie en stedenbouw. Tot 2001 was hij partner in een architectenbureau in Rotterdam en sindsdien zelfstandig projectmanager en stedenbouwkundig adviseur. Hij werkt sinds eind jaren ’90 regelmatig als adviseur voor WZNH, waarvan zes jaar als voorzitter van de Commissie voor Welstand en Monumenten in Hoorn. Tevens gaf Muhren leiding aan de Themacommissie van WZNH en is hij momenteel voorzitter van de welstandscommissie Zaanstad.
De net aangestelde directeur zal zich richten op de nieuwe koers en werkwijze die het afgelopen jaar binnen WZNH is uitgezet. Centraal staat hierbij het gemandateerd adviseren in kleine commissies voor de kleinere bouwplannen en tegelijkertijd de versterking van de vakinhoudelijke kennis en beleidsmatige advieskracht in de grote commissies. De grote commissies worden daarmee volwaardige commissies voor ruimtelijke kwaliteit, die vroegtijdig in het planproces en met een brede vakkundigheid op de terreinen architectuur, stedenbouw, landschap en cultuurhistorie adviseren.
WZNH voert al enige tijd de ondertitel “adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit”. Dit met de gedachte dat de adviescommissies in een vroeg stadium adviseren om tot goede plannen te kunnen komen die passen bij onze waardevolle omgeving. Om een goede adviseur op het gebied van ruimtelijke kwaliteit te zijn is het niet voldoende om alleen als welstandcommissie bij de laatste stempelpost te staan.
WZNH is daar al enige tijd mee bezig. De opgave voor de komende jaren is deze adviesrol richting gemeenten echt tot gemeengoed te maken. Dit sluit aan bij de gedachten die er bij hogere overheden over welstand leven, maar het sluit hopelijk vooral aan bij de behoeften die er leven op lokale schaal aan een goed onafhankelijk klankbord voor architectuur, stedenbouw, landschap en cultuurhistorie.

WZNH heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor een goede verankering van de uitgangspunten voor het advieswerk van WZNH in de gemeentelijke welstandsnota’s.
Veel van deze nota’s zijn in 2004 bij de wetsherziening in korte tijd gemaakt. De naderende gemeenteraadsverkiezingen en de komst van de WABO, met daarin de verschuivingen ten aanzien van het vergunningvrije bouwen, lijken voor veel gemeenten aanleiding om de welstandsnota’s te herzien. WZNH zal zich hierbij wederom actief opstellen om deze operatie bij gemeenten goed te ondersteunen met de aanwezige ervaring en kennis. Met name de afstemming met andere beleidsterreinen zoals de bestemmingsplanherzieningen en de samenhang met erfgoedbeleid zullen in deze actualiseringsronde nadrukkelijk de aandacht vragen.

Het bestuur van WZNH heeft er het volste vertrouwen in dat met de benoeming van JEF Muhren tot directeur deze brede taakstelling een goede impuls zal krijgen.

Raadsleden bemoeien zich te weinig met schoonheid

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 16-12-2009 door FtC

Gemeenteraadsleden spreken zelden over de kwaliteit van nieuwe gebouwen. Hoewel veel inwoners opgewonden kunnen raken over de kleur of de vorm van nieuwe flatgebouwen of van het bouwplan van hun buurman, wordt er in de gemeenteraadsvergaderingen nauwelijks over gesproken.
Dat blijkt uit het themanummer van het blad “Oog voor welstand” dat geheel is gewijd aan de invloed die de gemeenteraad kan uitoefenen op de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Die invloed is groot, zowel bij het opstellen van beleid, als bij het beoordelen van individuele projecten en knelpunten.
De meeste raadsleden hebben nauwelijks enige kennis van het werk dat welstandscommissies doen, in hun opdracht, bij het bespreken van nieuwe bebouwing. Maar incidenteel schieten ze wel eens uit hun slof. Dan gaat het over gebouwen die er al staan, en die in hun ogen ten onrechte de welstandscommissie zijn gepasseerd. ‘Functioneel is zulke kritiek zelden. De diskwalificaties dienen vaak een politiek doel: afschaffen die welstand’, schrijft Carien Overdijk in het artikel “Raadsleden debatteren zelden over schoonheid”.
Uit recent onderzoek blijkt dat juist de raadsleden die het minste op de hoogte zijn van het werk van de welstandscommissies, het meeste kritiek hebben. De meer geïnformeerde raadsleden, die wel eens een vergadering van de welstandscommissie bezoeken of meegaan op excursie, zijn aanmerkelijk genuanceerder.

“Den Haag verrommelt wetgeving”
Elders in Oog voor Welstand adviseert Geert Jansen, Commissaris van de Koningin in Overijssel, de gemeenteraden om zich niet teveel aan te trekken van de Haagse regelgeving op het gebied van bouwen en ruimtelijke ordening. “Er is soms geen touw aan vast te knopen. De landelijke politiek denkt heel gesegmenteerd. Men wil de verrommeling in het landschap tegengaan, maar verrommelt tegelijk de regelgeving. Ik ben daar niet positief over. Lagere overheden moeten daar vooral niet in meebewegen, maar zich concentreren op de huidige wet en die zo goed mogelijk uitvoeren. Laat Den Haag zijn gang maar gaan”, aldus Jansen.

Laatste nummer
Het themanummer Raad en Ruimte is de allerlaatste editie van Oog voor Welstand. De economische crisis maakt het niet langer verantwoord uitgave van het blad (dat gratis werd verspreid onder 3500 bestuurders en ontwerpers) voort te zetten.
Dit laatste dubbeldikke themanummer kon verschijnen dankzij een bijdrage van het Stimuleringsfonds voor Architectuur.

Lees de inhoud, het redactionele commentaar en enkele artikelen via de volgende link: Oog voor Welstand: Raad en Ruimte

Federatie steunt Modernisering Monumentenzorg

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 11-11-2009 door FtC

De Federatie Welstand is positief over de voorgestelde modernisering van de monumentenzorg van minister Plasterk.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de Federatie dat de voorgestelde gebiedsgerichte monumentenzorg een positieve stap is op de weg naar de integrale borging van ruimtelijke kwaliteit. Wel is het logisch, aldus de Federatie, om bij deze operatie meteen ook de modernisering van de welstandszorg mee te nemen. Het kabinet wil immers niet alleen de monumentenzorg, maar ook de welstand onderbrengen in de Wet Ruimtelijke Ordening. Dat is een ingewikkelde operatie: aanbevolen wordt dan ook om een Taskforce borging ruimtelijke kwaliteit in het leven te roepen, onder voorzitterschap van de rijksbouwmeester.
De Federatie schrijft dat de gebiedsgerichte monumentenzorg nooit in de plaats mag komen van de bestaande objectgerichte monumentenzorg. Verder uit de Federatie zorgen over de expertise en de capaciteit van gemeenten in de monumentenzorg, over de herbestemming van vrijkomende kerken en kloosters en over de continuïteit van de provinciale steunpunten monumentenzorg.

Lees hier de brief aan de Tweede Kamer

Eerder schreef de Federatie Welstand al een commentaar op de concept-beleidsbrief van Plasterk. Die kunt u hier vinden: reactie op 'Een lust, geen last'

Rijk schaft kwaliteitszorg op achtererven af

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 01-09-2009 door FtC

Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt de voorstellen van het kabinet voor vergunningvrij bouwen. Wel geeft de Kamer gemeenten de mogelijkheid om via het bestemmingsplan de ruimte voor vergunningvrij bouwen te beperken of juist uit te breiden. In een debat over dit onderwerp werd minister Jacqueline Cramer (PvdA) op 29 juni door CDA-woordvoerder Koopmans een ‘heldin van deze tijd’ genoemd.
Het kabinet stelde voor om nagenoeg elk gebouw aan de achterzijde uit te breiden met een oppervlakte van 100 m2, met een nok van 4,5 meter, zonder dat daarvoor een vergunning hoeft te worden aangevraagd, en zelfs als het in strijd is met het bestemmingsplan. Maar wanneer het bestemmingsplan een grotere maat toestaat, mag ook die grotere maat gebouwd worden zonder dat er een vergunning nodig is. Met deze regeling wordt het voor gemeenten onmogelijk om kwaliteitseisen te stellen over de vorm, kleur, maat en plaats op het erf van dergelijke gebouwen: de welstand op het achtererf wordt afgeschaft. De regeling geldt niet alleen voor woningen, maar voor nagenoeg alle gebouwen: ook kantoren, supermarkten, scholen en bedrijven (behalve ‘bezoekersgebouwen’ als stadions en horeca) mogen op hun achtererf 100 m2 bijbouwen.
De bezwaren tegen de drastische uitbreiding van het vergunningvrije bouwen, in de Kamer geuit door SP, PvdA en ChristenUnie en daarbuiten o.m. door Vereniging van Ned. Gemeenten, Bond van Nederlandse Architecten en Federatie Welstand, werden door minister Cramer, CDA en VVD weggewuifd. Burenruzies bestaan ook nu al, en iedere verstandige bouwer zal eerst zijn buren inlichten, aldus de minister. Zij erkende dat de welstandstoets wordt vrijgelaten op het achtererf. Kleur en vorm kunnen bewoners voortaan zelf bepalen. ‘Als we mensen niet langer willen pesten met allerlei details, dan zeg ik: laten we deze mate van vergunningvrij bouwen toelaten’, aldus de minister.

Tijdens het debat werd een motie ingediend door PvdA en Christenunie, met als strekking dat vergunningvrij bouwen niet is toegestaan wanneer het bestemmingsplan het verbiedt. Cramer is niet blij met die motie: ‘ik zit daarmee in mijn maag’, zei ze: ze wil graag dat de regeling voor vergunningvrij bouwen voor het hele land uniform wordt vastgesteld, ook voor de gebieden met een zodanige verkaveling dat voor- en achterkant niet zo helder gescheiden kunnen worden. De motie is donderdag 2 juli in stemming gebracht. Een nipte meerderheid in de Tweede Kamer stemde voor de motie.
Het effect van de motie is dat het toegestaan blijft om kleine aan- en uitbouwen te bouwen in strijd met het bestemmingsplan, zoals ook nu al mogelijk is. Voor grotere bouwwerken op het achtererf hoeft geen vergunning gevraagd te worden, indien het bouwwerk past in het bestemmingsplan. De Federatie Welstand erkent dat hiermee gemeenten enige sturingsmogelijkheid krijgen om ongewenste gevolgen van vergunningvrij bouwen te beperken. Door in bestemmingsplannen heel gedetailleerd aan te geven binnen welke rooilijnen gebouwd mag worden, kan voorkomen worden dat daarbuiten (legaal) veel ongewenste verrijst. Maar de praktijk van de laatste jaren is juist dat gemeenten (gestimuleerd door het rijk) geen gedetailleerde bestemmingsplannen meer maken.

Lees hier de brief van de Federatie Welstand aan de Tweede Kamer

Inspraakreactie BOR - Vergunningvrij bouwen

PERSBERICHT Federatie Welstand
FEDERATIE WELSTAND 09-07-2009 door Flip ten Cate

De Federatie Welstand heeft met grote zorg kennis genomen van het voorontwerp Besluit Omgevingsrecht en met name van de uitbreiding van het vergunningsvrije bouwen, die in bijlage II van het BOR is opgenomen. Naar onze overtuiging zal deze uitbreiding een desastreuze aantasting betekenen van de ruimtelijke kwaliteit, en daarmee van een duurzame en waardevaste leefomgeving.

De regeling betekent een aantasting van de gemeentelijke autonomie. Ze zal slecht handhaafbaar blijken. Het aantal juridische procedures zal erdoor toenemen. Ze leidt tot meer conflicten tussen buren. Ze leidt enerzijds tot lagere administratieve lasten, maar anderzijds tot een toegenomen handhavingslast die ook ergens uit betaald moet worden. De regeling verschuift op ondoordachte manier een verantwoordelijkheid van de overheid naar de burgers en tenslotte is er nauwelijks sprake van vermindering van de regeldruk: de meeste regels blijven immers van kracht, ze worden alleen niet meer in een vergunningsprocedure getoetst.

De Federatie Welstand stelt vast dat het voorontwerp Besluit Omgevingsrecht grote en onopgeloste knelpunten in zich draagt. Het stuk is naar onze mening onvoldragen, en de ingrijpende en principiële beleidswijzigingen verdienen een serieuze behandeling in het parlement en serieus overleg met de meest betrokken partijen.

Lees hier de inspraakreactie van de Federatie Welstand.

Mooi Nederland in de prullenmand

PERSBERICHT Federatie Welstand
FEDERATIE WELSTAND 05-06-2009

Het kabinet stelt een enorme uitbreiding van het vergunningvrije bouwen voor. Niet alleen bij woningen, maar bij nagenoeg alle gebouwen. Het wordt gemeenten verboden om voor deze bouwwerken zorgvuldig kwaliteitebeleid te voeren. De vergunningvrije bouwwerken mogen in strijd zijn met het bestemmingsplan en het welstandsbeleid. Ze moeten wel voldoen aan de technische, brandveiligheids- en milieueisen en de rest van het Bouwbesluit, maar dat wordt niet meer vooraf gecontroleerd.

De Federatie Welstand maakt zich grote zorgen over deze aantasting van de ruimtelijke kwaliteit.

Lees hieronder ons persbericht van 5 juni 2008

‘Mooi Nederland’ kan in de prullenbak
Amsterdam – 5 juni 2009
Het kabinet stelt voor om het aantal bouwwerken waarvoor geen vergunning nodig is, drastisch uit te breiden. Het aantal bouwvergunningen neemt af met liefst 57 procent. Maar de gevolgen voor de kwaliteit van de leefomgeving zijn desastreus. ‘De plannen voor Mooi Nederland kunnen nu wel in de prullenbak,’ zegt Flip ten Cate, directeur van de Federatie Welstand.

Het kabinet wil aanbouwen en bijgebouwen zonder meer toestaan in achtertuinen, op boerenerven, achter bedrijven, op industrieterreinen, bij supermarkten enzovoorts. Zelfs waar het bestemmingsplan het bouwen verbiedt, mogen bedrijven en burgers op het achtererf straffeloos op eigen houtje bijgebouwen oprichten van maximaal 100 vierkante meter groot met een nok van maximaal 4,5 meter hoog. Geen gemeente die daar nog een stokje voor kan steken. Zulke gebouwen worden niet meer getoetst aan het bestemmingsplan, het Bouwbesluit of de welstandsnota en evenmin aan milieuzonering: bouwen binnen stank- of geluids- of fijnstofcontouren is nu toegestaan; slechts in gebieden met een groot explosiegevaar, bij ‘bezoekersgebouwen’ zoals cafés, stadions en concertzalen en bij monumenten en beschermde stadsgezichten is het vergunningvrije bouwen niet toegestaan.
Het wordt gemeenten voortaan verboden om bij het ontwerp van zulke bouwwerken zorgvuldigheid te eisen. Het voorstel heeft niet alleen effect op de kwaliteit, het zal ook leiden tot burenruzies en tot diverse milieuproblemen.
Op veel plaatsen gaat het verbod op zorgvuldigheid nog verder. Indien het bestemmingsplan het toelaat – en in veel agrarische gebieden laat het bestemmingsplan erg veel toe – dan mag een eigenaar in principe ongelimiteerd op zijn achtererf door blijven bouwen, zonder dat hij er vergunning voor hoeft aan te vragen. De enige eis is dat het gebouw niet hoger wordt dan 5 meter en dat de functie van het gebouw niet verandert: dus geen woningen achter een boerderij of op een bedrijventerrein. Het zijn juist deze gebieden die burgers het gevoel geven dat Nederland aan het ‘verrommelen’ is.

De Federatie Welstand, de landelijke vereniging van onafhankelijke welstandscommissies, maakt zich grote zorgen over deze aantasting van de ruimtelijke kwaliteit. ‘Misschien dat de voorstellen in zestig procent van de gevallen goed verdedigbaar zijn. Maar in de overige gevallen zijn ze desastreus. Het is onbegrijpelijk dat de gemeenten aan de ene kant verantwoordelijk worden gesteld voor goede kwaliteit van wijken en buurten – zij maken bestemmingsplannen en welstandsnota’s – maar dat het onmogelijk wordt dat zij, in het belang van de kwaliteit in het buitengebied, achter supermarkten, scholen, op binnenterreinen en achtererven, eisen stellen aan een zorgvuldig ontwerp.’
Het kabinetsvoorstel over vergunningvrij bouwen wordt volgende week aan de Tweede Kamer voorgelegd. Het is de bedoeling dat het op 1 januari aanstaande van kracht wordt.

Staatssecretaris beloont transparant welstandsbeleid met een taart.

PERSBERICHT Federatie Welstand
14-05-2009 door Hilde Harmsen

Staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken heeft de gemeente Stadskanaal getrakteerd op taart. Stadskanaal verbeterde haar dienstverlening aan burgers en bedrijven door haar welstandsnota op inzichtelijke wijze via internet toegankelijk te maken. Dat is gebeurd in het kader van het traject WelstandTransparant.  

Veel gemeenten werken momenteel aan verbetering van de dienstverlening en vermindering van regeldruk. De gemeente Stadskanaal digitaliseerde haar welstandsnota volgens de landelijke standaard, het informatiemodel welstand (IMWE). Hiermee wordt het welstandsbeleid op heldere wijze via kaarten op internet gepresenteerd. Door welstandsbeleid op een gebruiksvriendelijke en gestructureerde manier aan te bieden via het internet, wordt de toegankelijkheid van het beleid verhoogd.

Gebruiksvriendelijke toegang tot welstandscriteria, op ieder gewenst moment, betekent een flinke verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ook kunnen hiermee de procedures binnen de gemeentelijke organisatie versneld worden.

Staatssecretaris Heemskerk heeft de gemeente gecomplimenteerd met deze stap op het gebied van vermindering van regeldruk en het verbeteren van dienstverlening. "Om de bittere noodzaak tot deregulering een zoete bijsmaak te geven, wil ik u een taart aanbieden", aldus Heemskerk.

De nota van de gemeente Stadskanaal is gedigitaliseerd in het kader van het landelijke digitaliseringstraject WelstandTransparant. Dit traject is een initiatief van de Federatie Welstand.

Meer informatie over WelstandTransparant is te vinden op de website van de Federatie Welstand. De digitale welstandsnota van de gemeente Stadskanaal vindt u via www.welstandsnotas.nl/stadskanaal.

Welstandscommissies blijven bestaan

PERSBERICHT Federatie Welstand
DEN HAAG 14-04-2009 door FtC

Nieuwe gebouwen moeten passen bij de kwaliteit van de omgeving. De welstandscommissies, die gemeenten helpen bij het beoordelen van nieuwbouwplannen, zullen blijven bestaan. De Tweede Kamer bleek het dinsdagmiddag het niet eens te zijn met minister E. van der Laan (PvdA) van Wonen, die had voorgesteld om de welstandscommissies niet langer verplicht te stellen.

In Nederland wordt elk bouwplan voorgelegd aan de welstandscommissie,behalve als de gemeente voor een bepaalde buurt geen welstandsregels heeft opgesteld. Een meerderheid in de Tweede Kamer is het met minister Van der Laan eens dat misschien niet élk bouwplan aan de voltallige commissie moet worden voorgelegd. Sommige eenvoudige bouwplannen kunnen ook onder mandaat van de welstandscommissie snel en efficiënt behandeld worden door één of twee commissieleden.
Minister Van der Laan wilde nog verder gaan. Volgens hem kunnen alle bouwplannen ook wel door ambtenaren beoordeeld worden, in plaats van door onafhankelijke, deskundige adviseurs. Een meerderheid in de Tweede Kamer van PvdA, CDA, ChristenUnie, GroenLinks en SP, is echter bang dat het welstandsadvies dan vertroebeld wordt door andere belangen van de gemeente. Wel wil de Kamer dat welstandscommissies snel, slagvaardig en klantvriendelijk optreden, en hun adviezen al afgeven als de bouwplannen nog niet definitief zijn en dus nog vrij makkelijk aangepast kunnen worden.
Minister Van der Laan bleek ontvankelijk voor de kritiek. Hij zal in het kabinet een aanpassing van zijn voorstel bespreken, waarbij elke gemeente kan kiezen uit een ‘menukaart’ voor welstandsadvisering: het advies komt of van de voltallige commissie,  of van een stadsbouwmeester, of van een ambtenaar, maar áltijd is de onafhankelijke welstandscommissie eindverantwoordelijk. Die onafhankelijke commissie blijft dus voor de gemeenten verplicht, aldus de minister.
De Federatie Welstand is blij met de opstelling van de Tweede Kamer.Directeur Flip ten Cate: “De afgelopen jaren is er veel verbeterd in de welstandsadvisering. De bouwplannen worden tegenwoordig in openbare vergaderingen besproken door een groep deskundige adviseurs, die richtlijnen van de gemeente hanteren. Dan weet je als burger van tevoren waar je aan toe bent. Met het kabinetsvoorstel dreigden die verbeteringen weer te verdwijnen. Het schrikbeeld van onbegrijpelijke adviezen, opgesteld in geheime achterkamertjes, kwam weer even terug. Ik ben blij dat de Tweede Kamer die kant ook niet op wil.”

Stadskanaal trendsetter in transparant welstandsbeleid!

PERSBERICHT Federatie Welstand
STADSKANAAL 25-03-2009 door Hilde Harmsen

Stadskanaal maakt welstand transparant! Vanaf nu is met één klik op de kaart duidelijk wat de gemeente vindt van de kwaliteit van een buurt en met welke factoren rekening gehouden moet worden bij de bouw of verbouw van een pand. Op 25 maart lanceerde de gemeente Stadskanaal als eerste gemeente in Nederland de resultaten van het traject WelstandTransparant. De nota van Stadskanaal is gedigitaliseerd via het landelijk informatiemodel welstand (IMWE), waardoor deze via open standaarden opvraagbaar is.  De centrale voorziening waarop de nota wordt opgeslagen, zal uiteindelijk de plek zijn waar alle gemeenten hun welstandsnota kunnen publiceren.

Iedereen wil graag in een aantrekkelijke omgeving wonen en werken. Maar voor de indieners van bouwplannen is informatie over welstandseisen vaak moeilijk te vinden. Stadskanaal brengt daar verandering in en presenteert haar welstandsnota online. Klik op de kaart of voer een adres in en meteen worden de geldende criteria op heldere wijze getoond. Dat bespaart een rit naar het gemeentehuis of eindeloos geblader door een gedrukt exemplaar of pdf-document. Bovendien raadplegen planindiener en plantoetser altijd dezelfde, actuele informatie.

Door de nota conform IMWE op te slaan, wordt het eenvoudiger om de welstandsinformatie te structureren, op te slaan, te tonen, te hergebruiken en te combineren. Welstand kan bovendien gekoppeld worden aan bestemmingsplannen (IMRO) en cultuurhistorie (IMKiCH). Dat is een belangrijke stap op weg naar de omgevingsvergunning.
De centrale server is bedoeld om gedigitaliseerde welstandsnota’s op te slaan. Applicaties van gemeenten kunnen hier middels open standaarden de informatie ophalen, en geselecteerde gebruikers (met name de gemeenten) kunnen toepassingen maken die de informatie kunnen beheren. Dit alles vanuit de gedachte om de informatie in één bron op te slaan.

Stadskanaal is de eerste gemeente in Nederland die op deze wijze haar welstandsnota heeft gedigitaliseerd. Welstandsbeleid wordt daarmee voor iedereen (burger, ambtenaar en architect) op gebruiksvriendelijke wijze inzichtelijk. Dat maakt vergunningsprocessen korter en efficiënter en verbetert de gemeentelijke dienstverlening. Op deze wijze wordt bijgedragen aan een vermindering van regeldruk.

Het landelijke digitaliseringstraject WelstandTransparant is een initiatief van de Federatie Welstand. Het wordt door de ministeries van BZK (traject ‘Andere Overheid’) en VROM ondersteund en heeft de medewerking van het ministerie van OC&W, de VNG, de vereniging Bouw- en Woningtoezicht,  BNA en BNSP.

De Federatie Welstand nodigt alle gemeenten uit hun nota op deze wijze te digitaliseren en op te slaan. Raadpleegt u voor meer informatie over WelstandTransparant de speciale webpages van de Federatie Welstand of ter informatie de digitale welstandsnota via www.stadskanaal.nl.
 

10 Gemeenten maken welstand transparant!

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 24-03-2009 door Hilde Harmsen

Tien gemeenten, verspreid over Nederland, hebben een grote stap gezet op weg naar een transparant welstandsbeleid. De gemeenten Aa & Hunze, Enschede, Maastricht, Moerdijk, Oude IJsselstreek, Schouwen-Duiveland, Stadskanaal, Steenwijkerland, Woerden en Zaanstad namen succesvol deel aan de pilotfase van het project WelstandTransparant. WelstandTransparant levert een snelle en gemakkelijke toegang tot gemeentelijke welstandsnota’s via internet. Dat maakt welstandbeleid toegankelijk, gebruiksvriendelijk en efficiënt en zorgt tegelijk voor een lastenverlichting. 

Website WelstandTransparant


WelstandTransparant maakt welstandsnota’s toegankelijk via kaarten op internet. Voer je adres in of klik op de kaart en het wordt meteen duidelijk wat de gemeente vindt van de kwaliteit van een buurt en met welke toetsingscriteria je rekening moet houden bij de bouw of verbouw van een pand.
Het helder en inzichtelijk aanbieden van welstandsbeleid op internet biedt veel voordelen.
De gebruiksvriendelijke toegang verbetert de dienstverlening van gemeenten aan burgers en maakt het gemeentelijk welstandsproces efficiënter. Iedereen heeft op elk gewenst moment toegang tot dezelfde informatie. Het transparant aanbieden van het beleid zorgt daarnaast voor een vergroting van het draagvlak voor welstand: uiteindelijk wil iedereen graag in een aantrekkelijke omgeving wonen en werken.
De kaart kan gekoppeld worden aan bestemmingsplan en cultuurhistorie en heeft dus een meerwaarde bij het invoeren van de omgevingsvergunning.

De eerste tien gemeenten onderstrepen het belang van een gebruiksvriendelijk welstandsbeleid en namen daarom deel aan de pilotfase van het project WelstandTransparant. Op korte termijn zijn de eerste gedigitaliseerde nota’s via internet te raadplegen.

WelstandTransparant is een initiatief van de Federatie Welstand. Bent u geïnteresseerd in de mogelijkheden voor uw gemeente, neemt u dan contact op met de projectcoördinator GerhardMark van der Waal (gmvanderwaal@dorpstadenland.nl). 

de speciale pagina's over Welstand Transparant

Federatie Welstand juicht gebiedsgerichte monumentenzorg toe

PERSBERICHT Federatie Welstand
AMSTERDAM 23-01-2009 door FtC

De Federatie Welstand is enthousiast over de toekomstvisie van Minister Plasterk over de monumentenzorg. Plasterk wil de rol van burgers in de bescherming van monumenten vergroten, en hij wil de monumentenzorg nadrukkelijker betrekken bij de ruimtelijke kwaliteit: gebiedsgerichte Monumentenzorg.

De Federatie Welstand behartigt o.m. de belangen van de gemeentelijke monumentencommissies in Nederland, de commissies die moeten beoordelen of bouwplannen geen aantasting vormen voor de monumentale kwaliteit van een gebouw. Vaak zijn de monumentencommissies samengevoegd met de welstandscommissies, die adviseren over de beeldkwaliteit van alle bouwplannen.

In een commentaar op Plasterks visie op de toekomst van de monumentenzorg, getiteld ‘Een lust, geen last’, schrijft de Federatie Welstand de koppeling van monumentenzorg aan ruimtelijke kwaliteit van harte te onderschrijven. Wel stelt de Federatie vast dat een overheid die beleidsambities opschrijft over de omgang met cultureel erfgoed, ook de plicht op zich laadt dat beleid zoveel mogelijk te handhaven. De minister schrijft dat heldere formulering van beleid zal betekenen dat er minder toetsing en vergunningverlening nodig is; volgens de Federatie is er dan juist méér toetsing nodig om te garanderen dat er iets van het beleid terecht komt.
Overigens zijn er veel partijen die graag hun steentje willen bijdragen aan het formuleren van ruimtelijk beleid, en dan bij de handhaving een stapje terug willen doen. Tegelijkertijd is op dit terrein de regelgeving erg in beweging (nieuwe wet Ruimtelijke Ordening, Omgevingsvergunning, Agenda Landschap etc.). De Federatie Welstand pleit voor een Taskforce borging omgevingskwaliteit die dit hele stelsel zou moeten doorlichten en met voorstellen voor een goed doordacht systeem van checks en balances zou moeten komen.

Lees de brief aan minister Plasterk

Handboekje voor Monumentenadviseurs

PERSBERICHT Federatie Welstand
22-12-2008

Handboekje voor monumentenadviseurs

Gemeentelijke monumentencommissies worden steeds belangrijker. Vanaf 1 januari worden veranderingen aan monumentale gebouwen niet meer beoordeeld door het Rijk, maar alleen nog door de onafhankelijke gemeentelijke monumentencommissie. Waar let zo’n commissie op? Hoe gaat dat in zijn werk? Welke veranderingen aan monumenten zijn acceptabel en welke niet? Een nieuw handboekje geeft antwoord op die vragen. Het dient als uitgangspunt voor het beoordelen van veranderingen aan monumenten.

Het eerste exemplaar van ‘10 uitgangspunten voor het omgaan met monumenten’ is aangeboden aan Wim Eggenkamp, rijksadviseur Cultureel Erfgoed, die zijn enthousiasme voor ‘10’ niet onder stoelen of banken stak en aanraadde het handboekje ruim in het land te verspreiden. De regionale welstandsorganisaties en de Federatie Welstand hebben nauw samengewerkt om voor het boekje aansluiting te zoeken bij de modernisering van de Monumentenwet die minister Plasterk voorbereidt. Met in het achterhoofd twee droef stemmende rapporten van de Erfgoedinspectie over het (dis)functioneren van monumentencommissies en over de (geringe) hoeveelheid tijd, geld en uren die gemeenten aan monumentenbeleid plegen te spenderen, biedt ‘10’ misschien een lichtpunt.
De voorloper van 10 is een publicatie van enige jaren geleden van de regionale welstandsorganisatie WZNH adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit en was bedoeld als stimulans en handreiking voor de toetsing door monumentencommissies in Noord-Holland. Het boekje beleefde een aantal herdrukken, omdat het eigenlijk het enige boekje is, dat kaders biedt voor de beoordeling van bouwaanvragen bij monumenten. Kortom, het was tijd voor een vernieuwde ‘10’.
Hoewel de roep om harde criteria voor het omgaan met monumenten vaak opklinkt, is het nog maar de vraag of ondubbelzinnige criteria voor monumenten wel handig zijn, althans voor de monumenten van voor 1900. Omgang met monumenten vergt altijd maatwerk, en het enige wat echt nodig is, is liefde voor cultureel erfgoed, een rechte rug om ze te beschermen bij alle betrokkenen en degelijke kennis bij de mensen die over de plannen adviseren. Harde criteria zal men in de vernieuwde ‘10’ dan ook niet aantreffen. Wel biedt ‘10’ inspiratie en de basis voor een zinvol gesprek, er staan uitgangspunten in die hun waarde hebben bewezen en waarover een grote mate van consensus bestaat, zoals ‘behoud gaat voor vernieuwing’. De tekst en de illustraties zijn een aansporing voor een zorgvuldige monumentenzorg, zowel beleidsmatig als uitvoerend.

’10 uitgangspunten voor het omgaan met monumenten’ is voor € 10,00 te bestellen bij de Federatie Welstand, Tussen de Bogen 18, 1013 JB Amsterdam. Schriftelijk, telefonisch (020-4124964) of per e-mail: info@fw.nl.

Gemeenten schaffen welstandscommissie niet af

PERSBERICHT Federatie Welstand
FEDERATIE WELSTAND 31-10-2008

Federatie Welstand verwacht meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit
‘Gemeenten schaffen welstandscommissies niet af’

Gemeenten zullen welstandscommissies niet afschaffen. De Federatie Welstand vertrouwt er op dat wethouders de nieuwe speelruimte zullen gebruiken om met de commissies de ruimtelijke kwaliteit en de identiteit van hun gemeente verder te versterken.
Het kabinet heeft vandaag besloten om de welstandscommissie niet langer verplicht te stellen: bouwplannen moeten nog wel aan de welstandsnota worden getoetst, maar gemeenten mogen ervoor kiezen om een plan niet aan een onafhankelijke commissie, maar aan de eigen ambtenaar voor te leggen.

‘Welstandscommissies zijn 110 jaar geleden door de gemeenten uitgevonden. Ze spelen een hoofdrol bij het bewaken van de kwaliteit en de identiteit van wijken en dorpen,’ zegt Flip ten Cate, directeur van de Federatie Welstand, de landelijke vereniging van welstandscommissies. ‘Gemeenten kregen vijf jaar geleden de mogelijkheid om de welstand af te schaffen. Meer dan 99 procent van de gemeenten heeft dat niet gedaan. Er is geen reden om aan te nemen dat de gemeenten de commissies nu wel zullen afschaffen,’ aldus Ten Cate. Wel gelooft hij dat de gemeenten de nieuwe speelruimte zullen gebruiken om voor eenvoudige bouwplannen de procedures te versnellen en de deskundigheid van de welstandscommissie zullen gebruiken voor de belangrijke bouwplannen die er in een stad of dorp echt toe doen.

Veel gemeenten zien het belang van een goede ruimtelijke kwaliteit: een heldere buurt-identiteit helpt mensen om zich thuis te voelen en zorgt ook voor een stabiele waardeontwikkeling van de gebouwen.
Om die identiteit te bewaken roepen bijna alle gemeenten onafhankelijke adviseurs te hulp bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken en de vernieuwing van oude wijken, bij de inrichting van straten en pleinen, en bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen. In heel veel gevallen wordt die adviestaak ook nu al uitbesteed aan de welstandscommissie, soms ook aan adviesteams of supervisors. Ook het kabinet hecht veel waarde aan deze vorm van onafhankelijke advisering. De Federatie Welstand verwacht dat die vorm van advisering zal toenemen.

Welstand
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een aangenaam en aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Zij moeten voorkomen dat de identiteit van wijken en buurten wordt aangetast en ze moeten de kwaliteit bevorderen. Hun belangrijkste instrument daarvoor is de welstandszorg.
Alle bouwplannen worden getoetst aan ‘redelijke eisen van welstand’. Die eisen liggen vast in de gemeentelijke welstandsnota, en verschillen van buurt tot buurt. Bij kleine, simpele plannen zoals dakkapellen en schuurtjes is het een ambtenaar die toetst, of één lid van de welstandscommissie. Grotere, ingewikkelde plannen worden door de hele commissie behandeld. Die commissie bestaat vooral uit deskundigen. In een kwart van de gemeenten zitten ook gewone bewoners in de welstandscommissie.
De commissie beoordeelt of het bouwplan past in de kwaliteit die de gemeente voor de betreffende buurt voor ogen heeft. In de nieuwe voorstellen van het kabinet vervalt de verplichting om alle plannen aan een onafhankelijke commissie voor te leggen: de welstandstoets blijft bestaan, maar de wethouder mag zelf kiezen of hij een ambtenaar inschakelt of een onafhankelijke commissie.
Onderzoek wijst uit dat meer dan tachtig procent van de mensen het belangrijk vindt dat gemeenten op de kwaliteit letten. Soms wordt er gemopperd wanneer het eigen bouwplan niet wordt geaccepteerd, maar meestal is er waardering voor de verbeteringen die er dankzij de welstandscommissie zijn aangebracht.
De welstandscommissies werken snel en efficiënt. Het advies is binnen een paar dagen, soms zelfs binnen een paar uur beschikbaar. Vertraging treedt alleen op als een bouwplan niet voldoet aan de kwaliteit die de gemeente eist, en de ontwerper daar geen rekening mee heeft gehouden. Dan moet het plan worden aangepast of  het wordt zelfs helemaal geweigerd.
Overal ter wereld stelt de overheid eisen aan de kwaliteit van bouwplannen. De Nederlandse welstandsadvisering is zeker niet uniek, maar het is wel een van de oudste ter wereld. De eerste welstandscommissie, toen nog ‘schoonheidscommissie’, werd 110 jaar geleden in Amsterdam ingesteld.

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit